Bijzonderheden over Houthem


Op 1 oktober 1940 ging de gemeente Houthem op in de nieuwe gemeente Valkenburg, later Valkenburg-Houthem.

Het merendeel van de bevolking (2.382 inwoners) alsmede 8,71 km2 grondgebied gingen over naar de nieuwe gemeente. Een klein deel van het grondgebied (0,18 km2) alsmede de resterende 79 inwoners werd afgestaan aan de gemeente Berg en Ter
blijt. Thans maken de kernen deel uit van de gemeente Valkenburg aan de Geul.

In de Franse tijd maakte Houthem deel uit van het departement Nedermaas, en behoorde van 1796 tot 1800 tot het kanton Fauquemont (Valkenburg); in de jaren 7 en 8 werden de huwelijken in de kantonnale hoofdplaats gesloten.

 

 

 

 

zegel uit 1096

zegel uit 1096

Van 12 september 1814 tot 12 mei 1815 behoorde de gemeente tot het nieuw gevormde departement Meuse-&-Ourthe (Maas en Ourthe), dat Luik tot hoofdplaats had, en dat ressorteerde onder het Gouvernement Generaal van de Neder- en Middenrijn. Sinds 1815 behoort de gemeente tot de provincie Limburg. Met ingang van 1 oktober 1940 werd de gemeente Houthem, met Oud-Valkenburg, Schin op Geul en Valkenburg samengevoegd tot een nieuwe gemeente Valkenburg, sinds 1941 Valkenburg-Houthem geheten.

De naam van Houthem komt in oude documenten op verschillende wijzen voor.

In 1096 schreef men Houlten ante Falcombere, in 1130 Holtzheim juxta Mersene, in 1140 Holtheim, in 1157 Holthem, in 1182 Houthem, in 1217 Holtheim, in 1244 Houtheym, in 1279 Houthem en in 1381 Hoithem.

Het woord Holtz, Holt en Hout betekende bos of woud en Heim en Holm betekende woning.


Houthemse historie in hoofdpunten


circa 1100
Gerlachus wordt geboren in de omgeving van Maastricht.

1120
Het eerste klooster van de Norbertijnerorde wordt in Premontré (Fr.) gesticht.

1140
Gosewijn II, heer van Heinsberg en Valkenburg sticht in Heinsberg een Norbertijns dubbelklooster, vanwaaruit zestig jaar later het klooster in Sint Gerlach wordt bevolkt.

circa 1149/51
Bekering van Gerlachus.

circa 1157
Terugkeer van Gerlach in Houthem na zijn boetedoening in het H. Land, met name Jeruzalem

1164/65 - 5 januari
Gerlachus sterft te Houthem. (Volgens datering van de beenderen: omstreeks 40 jaar oud)

13e EEUW

1201
Gosewijn IV van Valkenburg, kleinzoon van de stichter, schenkt een stuk grond te Houthem aan de abdij van Heinsberg en besluit een dubbelklooster te stichten bij Gerlachus’ graf.
Fiat van de pauselijk legaat Guido van Preneste voor de voorgenomen stichting.
Recht van begraving in en buiten de kerk.
Stichting vanuit Heinsberg van een dubbelklooster te Houthem.

1202
Oorkonde met vermelding van de kluizenaar als ‘Sanctus’ Gerlachus.

1209
Proost Jan van Heinsberg maakt er een bloeiend pelgrimsoord van.

1218
Aartsbisschop Engelbert van Keulen spreekt in een oorkonde lovend over de kloosters in Houthem en Heinsberg.

1218-1232
Overgang van dubbelklooster naar nonnenklooster.

circa 1225
‘Vita Gerlaci’ geschreven door een Norbertijnse koorheer uit klooster Sint Gerlach.

1225
Einde aan personele unie van Heinsberg en Houthem onder een proost.

1232
De goederen van de kloosters Houthem en Heinsberg worden gescheiden. Door het algemeen kapittel wordt bepaald dat het klooster Sint Gerlach het klooster in Heinsberg als moederklooster erkent en geen aanspraak op de goederen van dat klooster kan maken.

1233 - 10 januari
Paus Gregorius IX neemt het klooster "in bescherming".

1236
Akte over Houthem.

1257
Nadat het klooster van Sint Gerlach aanvankelijk, evenals dat van Heinsberg, een dubbelklooster was onder toezicht van de abt van Heinsberg, krijgt het klooster vanaf 1257 een eigen proost.

1270
Walram, heer van Valkenburg schenkt aan het klooster de weg door het dorp Sint  Gerlach met het recht van tolheffing.

1273
Walram I schenkt het patronaatsrecht van de kerk in Oirsbeek aan het klooster van Sint Gerlach (vidimus 1376).

1279
Verkoop aan het klooster in Houthem van alle in Houthem gelegen goederen van de abdij van Kloosterrade (Rolduc).

1279 - 6 september
Muur om klooster (accoord met St. Servaaskapittel.)
Schenking van een stenen huis aan de Stokstraat in Maastricht, de oude Refugie van Sint Gerlach.

1293
Invoering van een ‘numerus clausus’ voor intrede.

14e EEUW

1306
Reinoud I schenkt een verbindingsgracht ('t waterbed) tussen twee punten van de Geul bij Sint Gerlach aan het klooster.

1369
Wencislaus van Bohemen, hertog Van Brabant en heer van Valkenburg, neemt het klooster "in zijne hooge bescherming".

1376 - 10 januari
Paus Gregorius XI neem het klooster "in bescherming".

15e EEUW

1446
In 1446 wonen in het klooster religieuzen van onbesproken gedrag of van adel. ("Jouffrouwen syn van erbaeren staets".).

1450
Van 1450 tot 1560 is het klooster een aantal keren aan reformaties onderworpen die de clausuur (kloostertucht) moeten herstellen.

1474
Hertog Karel de Stoute van Bourgondië stijgt af bij de nonnen van Sint Gerlach om ter plaatse een algemene inspectie van zijn troepen (meer dan 18.000 man) te houden.

16e EEUW

1504/1505
In deze contreien moeten er zware aardbevingen zijn geweest. Onbekend is of het klooster en/of kerk schade hebben opgelopen.

1505
De hoeve en pachtershoeve van proost Gielen Laeveroth en het Godshuis van Houthem zijn in de tijd van 4 jaar door zware brandschade getroffen.

1532
Aardbeving met grote schade in Maastricht. Mogelijk hebben de gebouwen in Houthem ook schade geleden.

1560
Philips II, koning van Spanje, neemt het klooster in bescherming.

1567
Priorin Isabella T'Sevel en 14 medezusters overlijden aan de pest.

1568-1648
Tachtigjarige Oorlog.

1574
Kloostergebouwen door troepen van Lodewijk van Nassau in brand gestoken en verwoest.

1575 - 24 juni
De kloosterzusters krijgen van Jacob van Panhuys, abt van Steinfelt, toestemming voorlopig (tot 1579?) in het klooster van Enghelsport bij Cochem aan de Moesel te verblijven.

1578
Erasmus Ghoye krijgt een monument in de kloosterkerk van Houthem.

1579
Na inname van Maastricht door Parma breekt een rustiger periode aan; herstel van de schade.

1580
Rond deze tijd was de oorspronkelijke pelgrimskerk een 'riant' gebouw, de kerk moet een spitse toren hebben gehad en onder de stenen vloer waren grafzerken.

1581
Inkwartiering in het klooster. Noodzaak tot verkoop van het goed Dollenberg bij Klimmen.

1588
Klooster opnieuw getroffen door brand en verwoesting door de troepen van Willem van Oranje.
Incorporatie van de vier vicarieën van de kerk van Sint Gerlach bij het klooster ter verlichting van de materiële nood van de nonnen en voor de herbouw van het klooster.

1597
Het klooster telt 37 ‘virgines primae’.

1599 en 1606
Schenking van relieken aan het klooster van Sint Gerlach door Henricus Costerius, deken van Bergen op Zoom, in 1599 en opnieuw in 1606.

1599 - mei
De Gerlachusbron (-putje) wordt terugevonden door de rentmeester van het klooster Wynant Balthasars en Aert Naelen.

17e EEUW

1600
De uitgave "Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita" van Erasmus Ghoye, die van 1575-1612 proost was van het klooster Sint Gerlach verschijnt in twee delen. Het is de eerste biografische uitgave over het leven van Gerlachus. Ghoye maakte daarbij gebruik van het oorspronkelijk handschrift van de vita beati Gerlaci, die omstreeks 1225 door een niet met naam genoemde priester-kloosterling werd vervaardigd.

1605
Rekest van het klooster Sint Gerlach aan de Raad van Financiën voor het kappen van bomen voor herstel van het klooster.

1606
Octavius, aartsbisschop van Tarente, neemt het klooster 'in bescherming'.
Tweede schenking van relieken door Henricus Costerius (zie ook 1599).

1611
Ciborie (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - Pierre de Fraisne, Luik

1612
Cornelius Thilmans, Gardiaan der Minderbroeders in Maastricht, maakt op verzoek van bisschop Hendrik van Cuyck, een vertaling van de Latijnse "Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita" .

1615
Aartshertog Albert van Oostenrijk neemt het klooster 'in bescherming'.

1619
Verklaring van de abt van Prémontré, Pierre Gosset over het recht ‘ab immemorabile tempore’ van proostkeuze uit een klooster naar keuze.

1623
Johannes Renckens, proost van Sint Gerlach benoemt Joannes Broccart tot pastoor van Oirsbeek.

1631
De klok voor de kerktoren van de Sint Martinuskerk in Houthem bevat het volgende jaaropschrift: reMIgIVs IVre VoCor, qVIa InDe nVtrIor. Deze gegevens zijn door pastoor Onsel opgetekend op de eerste bladzijde van het doop-, trouw- en sterfregister.

1632
Maastricht valt in handen van Frederik Hendrik.

1632-1661
Oorlogshandelingen in Maasvallei voortdurend tot aan Partagetractaat in 1661

1648
Vrede van Munster.

1651
Breve van paus Innocentius X over volle aflaat op feest van de H. Norbertus.

1655
Groot gedeelte van de kloostergebouwen afgebrand als gevolg van oorlogshandelingen in de Maasvallei.

1661
Herstel van het door brand verwoeste stift.
Partagetractaat gesloten tussen de Republiek en de Spaanse koning. Op 26 december wordt het klooster Sint Gerlach aan de Koning van Spanje toegewezen. Het klooster is inmiddels Stiftklooster geworden van de adellijke zusters Norbertinessen.

1674-1704
Joseph Bartholomeus van den Stein is gedurende 30 jaar proost van het klooster. Hij overlijdt op 27 oktober 1704.

1680
De Sint Martinuskerk in Houthem wordt simultaankerk.

1682-'84
Ampullenblad (uit het bezit van de Norbertinessen) - Anthoon Wery, Maastricht.

1686
Opmeting van de klooster-enclave: 4 bunder, enige roeden.

1688
Twee luidklokken aangeschaft: de Gerlachus- en Mariaklok (20 en 18 duim in doorsnee)

1692 - 23 mei
Hergieting te Bocholtz van de uit 1631 daterende kerkklok van de Sint Martinuskerk.

18e EEUW

1700-1704
Franciscus van Cauwenbergh wordt als coadjutor aangesteld naast proost Van den Stein die op 27-10-1704 overlijdt.

1704 - 27 oktober
Overlijden van proost Joseph Bartholomeus van den Stein

1704-1718
Franciscus van Cauwenberg uit Tienen, proost (+28 febr. 1718). Onder zijn bestuur wordt het klooster volledig herbouwd en een plan ontworpen voor een nieuwe kerk.

1705
Bouw van het stift, dendrochronologisch gedateerd op het jaar 1705.

1706
Reliekbuste (uit het bezit van de Norbertinessen) - Fredericus Wery, Maastricht

1707
Akte door N. van Cauwenberg aan proost Franciscus van Cauwenberg van overdracht kapitaal van 1025 gulden ten behoeve van twee wekelijkse missen.

1708-1730
Aanvang van de bouw van nieuwe vleugel aan het klooster, kwartier van de proost, nieuwe stiftskerk.

1708
Bouw van de westvleugel, het eigenlijke stift.
De Gerlachusput werd schoongemaakt en hersteld.

1713
Bouw van de proostvleugel is blijkens jaartal op het noordelijke timpaan gereed.
Vrede van Utrecht maakt einde aan de Spaanse Successie-oorlog; Spaanse Habsburgers worden opgevolgd door de Oostenrijkse tak.

1718 - 28 februari
Proost Franciscus van Cauwenberg  overlijdt.

1718-1728
Proost Franciscus van Pelt uit Maastricht, bouwheer van de kloosterkerk.

1720-1727
Bouw van de kloosterkerk (huidige parochiekerk) op de plaats van haar voorgangster, onder proost van Pelt en priorin Isabella van Ravenschot.

1727
Verkoop van de Refugie of ‘Toren van Sint Gerlach’ aan de Stokstraat (nr . 55).

1721-1733
Priorin Isabella van Raveschot.

1728
Oliebusjes (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - N.N., Antwerpen

1728 -'33
Kelk (uit het bezit van de Norbertinessen) - J.J. Lutz, Augsburg

1728 -1735
Herman Jacob Christophorie proost; hij overlijdt in 1737.

1731
Aankoop van een refugiehuis aan de Brusselsestraat in Maastricht.

1735 - 16 oktober
Inwijding van het kerkgebouw door Leonard Jansen, abt van het klooster Knechtsteden bij Keulen, waarmee de zusters van Houthem een nauwe relatie onderhouden.

1735 -1745
Henricus Casteel proost.

1737
Het klooster telt acht ‘virgines nobiles’.
Proost Herman Jacob Christophorie overlijdt.

1745
Nieuwe uitgave van ‘Leven van de H. Gerlachus’ door Henricus Casteel.

1744-1755
Overzicht van proosten en religieuzen over deze periode.

1745-1747
Proost Matthias de la Haye (begraven in Sint Gerlach).

1747-1757
Proost Abraham Lindelauff uit Eupen.

1751
Johann Adam Schöpf (1702-1772) beschildert de kerk met fresco’s: ‘aDornante eCCLesIaM’.
Vergroting van het kloosterterrein; gehele grondgebied is door muur omgeven.

1755
Grondruil ter vergroting kloosterterrein tussen keizerin Maria Theresia en de Staten-Generaal der Verenigde Provinciën.

1759
Bouw van de pachthoeve (Pachthof) naar ontwerp van de Akense architect Johann Joseph Couven.

1765
Kelk (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) -Guillaume Lamotte, Luik

1765 -1793
Proost Maximiliaan Joseph Silmen.

1768
Reliekhouder (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) St. Martinus - Jacobus Nutten, Maastricht

1768 - '70
Kelk (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - Jacobus Nutten, Maastricht.

1770
Reliekhouder (uit het bezit van de Norbertinessen) H. Gerlachus H. Kruis - N.N., Antwerpen.

1771
Verkoop van het Refugiehuis aan de Brusselsestraat (nr. 77), dat in 1731 aangekocht werd; verkoopakte gepasseerd op 10 augustus 1771.

1772
Uitgave van ‘Historia nobilis parthenonis Heinsbergensis’, door Friedrich Kreetz, proost van het Norbertinessenklooster te Heinsberg.

1773
Monstrans (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - N.N., Maastricht.

1780
Keizerin Maria Theresia overlijdt.
Josef II, de ‘roi sacristain’ heft de kloosters op.

1781
Plattegrond van het Adellijk Vrouwenstift Sint Gerlach vervaardigd door de architect Matthias Soiron uit Maastricht.

1783
Praalgraf van Sint Gerlachus in de kerk geplaatst.

1783 - 17 maart
Decreet tot opheffing van het Norbertinessenklooster in Houthem.

1785
Kloosterenclave aan de Republiek. Als gevolg van het Verdrag van Fontainebleau, 8 november 1785, staan de Staten hun bezittingen in het Land van Daelhem af met uitzondering van Cadier en Oost.
Opheffing van het stift.

1786
Het kerkgebouw raakt buiten gebruik als gevolg van de opheffing van het Norbertinessenklooster.
Bij het verdrag van Fontainebleau in 1786 werd opnieuw een verdeling gemaakt tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden, waarbij het klooster Sint Gerlach naar de noordelijke Nederlanden ging.
Het Sint Maartensschilderij (in 1781 geschilderd door Raymundus Brébes, leerling van Gilio Fils -Vlaamse school Doornik) wordt door de uit Houthem afkomstige kanunnik Peter Ernest De Sauveur geschonken aan de Sint Martinuskerk. Dit schilderij is daarna in de Sint Gerlachuskerk boven de doorgang van de kerk naar de kloostergang aangebracht.

1786 - 5 september
Vervoer van de relieken door proost Silmen.

1786 - 6 september
Vertrek van 5 adellijke monialen, 3 koorzusters, 5 werkzusters, proost en kapelaan naar de gebouwen van het opgeheven Kartuizerklooster ‘Bethlehem’ aan de Swalmerstraat in Roermond.

1787 - 22 april
De kloosterkerk in Roermond voor publiek geopend.

1787
- 9 mei
Reliekenkist geopend in tegenwoordigheid van getuigen.
De kloostergemeenschap bestaat uit 9 kanunnikessen, 3 koorjuffrouwen, 5 werkzusters, proost Silmen en kapelaan Fr. Pieter Maurer.

1792
Het klooster in Roermond door Generaal Lamarlier bezet en gebruikt voor het onderbrengen van gijzelaars.

1794
Maastricht in handen van de Franse bezetters.
Kloostergebouwen in Houthem door de Hollanders gebruikt als legerhospitaal.

1794 - 26 september
Zusters ontvluchten het klooster in Roermond i.v.m. de inval van de Fransen.

1795
Annexatie van Oostenrijkse Nederlanden door Frankrijk.

1796 - 28 september
Bekendmaking van de opheffing van het klooster. De Franse wetgeving wordt van kracht.
Lijst van debiteuren van het klooster opgemaakt.

1797
Einde van de communiteit door opheffing van de geestelijke instellingen en confiscatie van de goederen.

1797 - 23 januari
De zusters accepteren de hen door de overheid aangeboden ‘bons de retraite’.

1797
- 16 februari
Zusters verlaten de Kartuize; de freules trekken te Roermond in bij de heer Reuten op de Markt en de overigen bij Sijben op de Leuf.

1797
- 12 april
Verkoop domeingoederen, bestaande uit het convent, kerk, binnenplaats, tuin, weiden, vijvers, alles samen groot ongeveer 7 bunders, en door een muur omringd; een pachthoeve bij de abdij met 105 bunder land en een weide voor 200.100 livres.
Landgoed komt in bezit van de familie Sleijpen.

1797
- 26 juli
Meubelen en klokken door de Fransen weggehaald.

1797
Het geslacht Schoenmaeckers eigenaars van de proosdijgebouwen.

19e EEUW

circa 1800
Een gedeelte van het tongewelf stort in.

1803
Het altaar wordt van een nieuw tabernakel voorzien.

1808
De familie Schoenmaeckers restaureert de kerk.
Martin Jean Schoenmaeckers en zijn vrouw Maria Sleypen schenken de leegstaande kloosterkerk aan de Gemeente Houthem.
Parochiegemeenschap van Houthem verhuist naar de Stiftskerk.

circa 1808
Reparatie en invulling van het uitgevallen gewelf door de schilder Hermans.

1809
Terugkoop van het in 1771 gebouwde Binvignat-orgel.
Er worden vrijstaande devotie-altaren geplaatst.

1810
De toren van de kerk wordt hersteld, tegelijk met de bouw van een nieuwe pastorie ten westen van de kerk.

1814 - '30
Ampullen - Jacques J. Nijst, Maastricht.

1826
Onder pastoor van Pelt wordt een kerkklok hergoten. Het chronogram vermeldt: sUb Van peLt paroCho hoUtheM pLurI hoC aere refUnDor (Onder pastoor van Pelt ben ik met meer metaal hergoten). Deze klok wordt door de parochianen van Banholt aangekocht voor de kerk van Sint Gerlach aldaar.

1830
De tot hoeve omgevormde stiftvleugel wordt uitgebreid met stallen.

1830 - '48
Ciborie - N.N.

circa 1840
Ph. van Gulpen maakt een tekening van de "Eglise de l'Abbaye de St. Gerlach".

1841
Relieken van Sint Gerlach overgebracht van Roermond naar Houthem
Het landgoed komt in volle eigendom van het geslacht Corneli.
De praaltombe uit 1783 krijgt weer  zijn oorspronkelijke plaats In de kerk

1852
De kerk krijgt een nieuw altaar.

1854
Tegen de noordzijde van de kerk laat de familie Corneli een grafkelder bouwen.

1860
Bouw van een kleine sacristie.

1869
Er komen twee nieuwe zijaltaren (1864 en 1867?) van de H. Gerahus en de H. Maria. Bij de restauratie van 1962-1978 zullen ze weer worden verwijderd, maar de beelden van Maria en Gerlach blijven behouden.

1870
Pastoor Beckers laat de kerk restaureren.
De Gerlachuskapel wordt aan de Onderstestraat gebouwd.

1872
Door een ruzie tussen pastoor Beckers en de heer Corneli wordt de pastoorswoning afgebroken. (1876?)
Jhr. mr. Michiels van Kessenich en mevr. Quix schenken ieder een torenklok.
Inwijding van deze twee nieuwe klokken.

1872-1873
Overschildering van de kerkmuren en het gewelf (en wijziging van de iconografie) door J. Stroucken uit Roermond en J. van den Dijck uit Maastricht. Het werk wordt bekostigd door de industrieel Petrus Regout. Hij steunt de kerk ook bij de betaling van het noodzakelijke herstelwerk aan toren en plafond.

1874 - 7 november
De door aannemer Jan Brouns gebouwde nieuwe pastorie komt gereed.

1881
De kerkmuren worden gewit.

1883
De kerk en toren worden opnieuw gerestaureerd.

1884 (?)
Ciborie - Atelier Bruun, Münster.

1887
Ciborie - Pastoor Beckers, schenker.

1897
Drie scènes uit het leven van Gerlach (vergane fresco's) aan de noordwand worden vervangen door taferelen op doek door Herman Bröcker uit Den Haag.

20e EEUW

1903
De kerk wordt door de burgergemeente van Houthem in eigendom overgedragen aan de r.k. parochie Houthem.
Het landgoed komt door vererving in bezit van het geslacht De Selys de Fanson.

1907
Ampullenstel - Pastoor Beijs, schenker.

1909
Robert de Selys de Fanson, zoon van Robert de Selys de Fanson en Maria Elise Georgina Corneli, nam in 1909 zijn intrek in het château.
De bibliotheek wordt ingericht.

1910
Vanuit Tilburg vindt een jaarlijkse processie naar Houthem plaats.

circa 1911
Onder leiding van pastoor Petrus van Boven worden herstelwerkzaamheden aan de kerk uitgevoerd.

1916
De sacristie krijgt er een verdieping bij.
Vergroting van het kerkinterieur met de ruimte onder het oksaal. Daartoe wordt de scheidingsmuur die de ruimte onder het oksaal afsluit van de rest van de kerk afgebroken.
Het oksaal wordt vernieuwd.
Er wordt een mozaïekvloer gelegd.
Naast de hoofdingang komt een tweede deur, als nooduitgang bedoeld.
Restauratie van de schilderingen door de Gebroeders Morreau uit Maastricht.

1932
Er wordt een aanvang gemaakt met een proefrestauratie van de wandschilderingen door Gerhard Janssen.
Ampullenstel - Atelier Kersten Leroy, Maastricht : Baron de Selys, schenker.

1933
In de kerk worden nieuwe kerkbanken geplaatst.

1934
Herstel van muurschilderingen door Gerhard Janssen uit Den Haag.
Onder pastoor Emile Ribbergh wordt een parochiehuis gebouwd.

1951/52
Bovenstuk van het altaar wordt voorzien van nieuw bladgoud en de engelenfiguren op het tabernakel worden opnieuw  geschilderd. De kandelaars ter weerszijden van het tabernakel krijgen een opknapbeurt.

1955
Er valt pleisterwerk van het gewelf naar beneden.
Onder het oksaal worden nieuwe kerkbanken geplaatst. Vóór de graftombe worden nieuwe kinderbanken aangebracht.

1957
Restauratie en vergroting van het orgel met een rugwerk uit circa 1760.
Kunstenaar Volders uit Meerssen schildert het kerkorgel.

1958
Opening van reliekschrijn van Sint Gerlach.

1961 - 30 april
Een gedeelte van de kroonlijst van de zuidwand in de kerk stort neer.

1961/62
Restauratie van de kapconstructie en ophanging van het gewelf door middel van 5.222 schroeven.

1962
Na het begin van de bouwkundige restauratie wordt de preekstoel overgebracht naar zijn huidige plaats.
Links van het priesterkoor breekt men een deur die toegang geeft naar de sacristie.
De reliekschrijn van Sint Gerlach wordt verplaatst naar de achterkant van de kerk.

1964
De nieuwe sacristie wordt gebouwd.

1965
De bouwkundige restauratie is grotendeels klaar.

1970
Het rapport m.b.t. het onderzoek naar de mogelijkheden tot restauratie van het schilderwerk van Schöpf van het interieur verschijnt.

1970/71-1978
Restauratie van de muur— en gewelfschilderingen door H. Kurvers en P. de Ruyter.

1971
Aanvang van de restauratie van het frescowerk van het interieur, in eerste aanleg van het gewelf en vervolgens van de wanden. Dat betekent dat de over- en bijschilderingen van 1873 worden verwijderd. De beschildering van Stroucken en Van den Dijck uit 1873 verdwijnt en het werk van Schöpf uit 1751 plus het herstelwerk van Hermans van vlak na 1808 worden weer zichtbaar.
In latere fasen wordt een deel van het bladgoud vernieuwd.
Na de restauratie van het schilderwerk wordt de vloerverwarming aangelegd, zijn dak en leien vernieuwd en worden verbeteringen aangebracht aan het buitenwerk.

1975 - 18 oktober
Feestelijke heringebruikname van de kerk.

1975
Monumentenjaar. Het Nationaal Comité Monumentenjaar 1975 besluit het kerkbestuur van de H. Gerlachuskerk te onderscheiden wegens zijn verdiensten voor het behoud van het Nederlandse Monument.

1978
Einde van grote restauratie 1962-1978, nadat men eerst nog vloerverwarming heeft aangelegd en nieuwe plavuizen worden gelegd.

1979 - 23 juli
Robert baron de Selys de Fanson, overleden te Brussel. Hij legateert het landgoed aan de r.k. parochie van Sint Gerlach in Houthem.

1981
De kelk die de Houthemse bevolking in 1939 schonk aan de in 1980 overleden Frissen, wordt door de familie Frissen aan de kerk geschonken.

1981 - 3 mei
Brand in de schuur van boerderij Erens.
Diverse ontwikkelingsplannen voor beheer en restauratie van het landgoed lopen op niets uit.

1988-1989
Ingrijpende restauratie van het uit  1771 (of 1784?) daterende Binvignat-orgel. Daarbij werd het hoofdwerk naar voren geplaatst.

1990  -  4 januari
Opening van reliekschrijn van Gerlachus.

1990 - 4 juni
In Houthem vindt onder grote publieke belangstelling de Ommegang plaats. Deze historische stoet was het hoogtepunt van het 8e eeuwfeest  "Heilige van het Geuldal".

1994
Overeenkomst tussen kerkbestuur en Camille Oostwegel, directeur van ChâteauHotels & Restaurants en Maarten Cuppen, directeur van projectontwikkelingsmaatschappij ‘De Vegtse Slag’ inzake restauratie en toekomstig gebruik.
Begin van de restauratie van de châteauvleugel.

1995 - 12 januari
Eerste steenlegging door de gouverneur van Limburg, mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst bij gelegenheid van de officiële start van de restauratie van château, stift en pachthof.

1996-1997
Restauratie en herbouw van de pachthof.

1997 - voorjaar
Restauratie voltooid.

1997
De verbinding van de ruimte onder de orgeltribune (voormalige onderkoor) met de kruisgang wordt hersteld.
Bouw van de nieuwe pastorie.
In de dagkapel brengt Irene van Vlijmen een mozaïekwand van 5,40 bij 6,85 m. aan. Deze mozaïek is  door Camille Oostwegel geschonken en is opgedragen aan de mensen van Houthem.

1997— 15 september
Officiële opening verricht door mr. Pieter van Vollenhove.

circa 1998
Twee knielende engeltjes en twee kopjes van cherubijntjes van het hoofdaltaar worden ontvreemd.

1999 - 28 januari
Diploma voor de restauratie door Europa Nostra uitgereikt.

1999
Restauratie van de grafkelder, die in 1854 door de familie Corneli aan de noordzijde van de kerk werd gebouwd.

21e EEUW

2003
Ingrijpende restauratie van de glas-in-loodramen van de Gerlachuskerk.

2003 - 12 november
Het oude herstelde kerkkruis wordt weer op de nok van het kerkdak geplaatst.

2003 - 21 november
Oplevering van alle onderdelen van de restauratie van het exterieur van de Gerlachuskerk.


bronnen:
Parochiekerk H. Gerlachus, 1984, p.  15
Houthem en St. Gerlach in de literatuur / Fons Heijnens, 1993
Dagboek van een opgraving / D. Krikke, [1997], p.  11-24
Landgoed Sint-Gerlach / A.G. Schulte en A.A.M. Warffemius, 1999, p. 23-25, p. 233, p. 271
St. Gerlach Houthem - Nederlandse uitgave, 2000, p. 5-6
Documentatiesysteem van de Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach.
Concept-artikel van ir. P.A.M. Mertens, 2004.


naar boven

© Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach

Geen menu? Klik hier!