Het
verenigingsleven in Broekhem heeft betere tijden
gekend
Jan G.M.
Notten
Gebrek aan leden, gebrek aan geld, gebrek aan
belangstelling. Het is mogelijk om in een paar woorden uit te
leggen waar de ondergang van de Broekhemse Carnavalsvereniging
de Loeszek afgelopen winter aan te wijten was. Niet véél
woorden, maar wel harde. Niet aangenaam om ze te horen. Niet
voor een vereniging, niet voor heel een
parochiegemeenschap. Het bestuur van de vereniging van
carnavalisten laat er geen twijfel over bestaan: niets geen
onderlinge ruzie, een nieuwe prins was er al. Het waren maar
drie woorden: leden, geld, belangstelling.
De
Broekhemse Carnavalsvereniging is in 1963 tot stand gekomen op
initiatief van Sjo Schurgers, toentertijd wethouder van de
Gemeente Valkenburg-Houthem. Ouderen herinneren zich Jacques
Nabben als eerste prins van de Loeszek. Nog tijdens het
33-jarig bestaansfeest in 1996 was de receptie best
drukbezocht. De toekomst zag men zonnig in. Is dat een vorm
van optimisme die eigen is aan carnavalisten, vooral wanneer
ze een jubileum vieren? Voorlopig zijn Prins Manolito en zijn
prinses Saskia in 1997 de laatsten geweest die een paar dagen
over het Loeszakrijk hebben geregeerd.
Verenigingen
in Broekhem Broekhem - in 1935 zelfstandige parochie
geworden - is, aldus de oudere Broekhemenaren, voor
verenigingen nooit een ideale plaats geweest: de
woongemeenschap bestaat uit twee delen: Broekhem Zuid en
Broekhem Noord. Dat heette vroeger: boven de baan en onder de
baan. En de baan was dan de spoorweg. Die twee delen op
één lijn krijgen, dat is altijd moeilijk gebleken. De
voetbalclub heeft haar goalgetters steeds uit "Noord"
gerecruteerd, ook in de carnavalsvereniging overheersten de
"noordelijken", de fanfare Sint Joseph slaagde erin om in
beide delen muzikanten te vinden. Maar "Zuid" herbergt een
groot percentage mensen van elders, zonder veel band met
Broekhem. Sjo Schurgers, in 1984 overleden, was de steunpilaar
van de fanfare, de oprichter van de Loeszek en de "vader" van
de jeugdbeweging Jong Nederland. Hij wist het al: Broekhem is
een plaats waar je steeds twee kampen moet zien te verenigen.
Dit soort dingen verbleekt in de loop der jaren, maar
toch...
Een
terugblik Sinds 1935 heeft Broekhem op
verenigingsgebied een ontwikkeling doorgemaakt zoals zo vele
parochies in de omgeving: aanvankelijk was het merendeel van
kerkelijke snit en daar is bijna niets meer van over. Even
een terugblik naar 1935. Broekhem werd een zelfstandige
parochie, nadat het sinds mensenheugenis deel had uitgemaakt
van de grote parochie Houthem. Op Tweede Pinksterdag kwam
Bisschop Lemmens naar Broekhem voor de plechtige consecratie
van de nieuwe kerk die was toegewijd aan Sint Jozef. Aan de
plechtige processie namen - behalve het kerkelijk Zangkoor
natuurlijk - de Derde Orde deel en de Heilige Familie, een
Maria Congregatie en een Maria-Uur, plus de Katholieke
Jeugdbeweging. Maar bovendien waren er de schutterij (die
overigens in 1937 weer ter ziele zou gaan) en de
voetbalvereniging Hercules die in 1940 Valkenburgse Boys zou
gaan heten. Een eigen muziekkorps was er nog niet en de
harmonie en de zangvereniging Orphée uit Houthem waren in
Broekhem present om de processie op te luisteren. De gewenste
fanfare kwam er in 1937 en ze luisterde uiteraard naar de naam
Sint Joseph met ph.
|
|
De
fanfare Sint Joseph in betere tijden: op Tweede Paasdag 1976
paradeerde de vereniging trots in nieuwe uniformen door de
straten van Broekhem. De aanschaf van de uniformen - bruine
jas en beige broek - was vooral door inspanningen van een
damescomité mogelijk gemaakt
Ook wat
die vereniging betreft is er nu in Broekhem weinig te juichen.
Vorig jaar nog werden leden en bestuur ter gelegenheid van het
zestigjarig bestaansfeest hartelijk gehuldigd omdat het
muziekgezelschap immers steeds present is bij processies,
kindercommuniefeesten en andere parochie-evenementen. Maar
toen al was de teruggang merkbaar: tijdens de receptie was het
aantal korpsleden niet groot. En in de Broekhemse wandelgangen
wist men te vertellen, dat het er met de fanfare Sint Joseph
bepaald niet rooskleurig uitzag. Nu telt men 22 spelende
leden: te weinig om grote werken te spelen, te weinig om op
straat te verschijnen. De voorzittersfunctie is vacant. Enkele
bestuursleden - Gerard Laheij, Ton Bielders, Wies Bielders en
Arie de Zeeuw - houden het schip nog drijvende, maar
hooggespannen toekomstverwachtingen zijn er zeker niet. De
vereniging is uit de bond gestapt, neemt niet meer deel aan
bondsconcoursen, maar is wel nog lid van de Federatie
Geulvallei, het overkoepelende orgaan van de twaalf
muziekgezelschappen in Valkenburg en omgeving. Onder leiding
van dirigent Sjef Krings wordt iedere week in gemeenschapshuis
"de Baende" gerepeteerd, maar het aantal aanwezige muzikanten
is klein. Het laatste bondsconcours, waaraan Sint Joseph ruim
tien jaar geleden in Sittard deelnam (298 punten in de
Ere-Afdeling), lijkt een eeuwigheid geleden.
Hoe komt
dat nu? De mentaliteit is er niet, in Broekhem wonen te veel
mensen van buiten; zowel bestuurlijk als wat leden betreft is
er weinig belangstelling, klinkt het in bestuurskringen. De
kas is zo goed als leeg. Kortom: de drie woorden die we ook
bij de Loeszek hoorden: leden, geld, belangstelling.
In
Broekhem is het verenigingsleven behoorlijk uitgedund. Ook een
jeugdbeweging is er niet meer. Behalve het kerkelijk zangkoor
zien we de Valkenburgse Boys, de fanfare, de duivenvereniging
de Postduif, de tafeltennisvereniging Ready, de Vogelvrienden
'54 en Kegelclub de Vriendenkring. Niet veel voor de grootste
parochiegemeenschap van Valkenburg. Wie gaat daar
verandering in brengen?
Een beetje hoop is er wel: in
Broekhem bestaat wel degelijk een jeugdcarnavalsvereniging. De
vorstelijke personen zijn niet uitgestorven. Afgelopen winter
hebben jeugdprins Ken en zijn broer minister Bob de jeugd van
Broekhem door het carnavalsgebeuren geleid. Wie de jeugd
heeft, heeft de toekomst, heeft eens iemand gezegd. Een
strohalm of toch een klein gouden randje aan een donkere
wolk? |