Huize Gurtsenich


Gurtsenich kende markante bewoners  

Léon Willems

Wanneer het leengoed Gurtsenich het rijke pad der historie betreedt is niet bekend, maar we weten wel dat in 1381 een zekere Wijnand van Maschereel, heer van Wijnandsrade, dit goed in leen heeft. Het is dan nog een groot leengoed van de heren van Valkenburg. Het zou later opgedeeld worden in kleinere leengoederen, zodat het rond 1648 nog slechts 16 van de oorspronkelijke 46 bunders beslaat. In 1760 koopt Frans Johan van der Vrecken, schepen te Maastricht, dit goed.  

In 1772 koopt hij ook een statig landhuis, eertijds bezit van de familie Wynants en thans huize Gurtsenich geheten. Dit landhuis stamt oorspronkelijk uit de zestiende eeuw, maar werd voor een groot deel verbouwd in de negentiende eeuw.

Huize Gurtsenich in Vroenhof, gezien vanuit de tuin

Vanaf het begin van de zeventiende eeuw is het landhuis in bezit van de familie Wynants. In 1682 trouwt Petronella Maria Wynants met Paul Graven, drossaard te Valkenburg. Daardoor komt het huis in bezit van de familie Graven. In 1772 verkopen de erven van Isabella Graven het huis aan Frans Johan van der Vrecken.
Vooral zijn zoon Paul van der Vrecken is een bekende persoonlijkheid. Paul Matthias van der Vrecken ziet op 13 december 1777 het levenslicht in Maastricht. Aanvankelijk wil hij priester worden en volgt met succes een studie filosofie aan de universiteit van Leuven en later theologie in Erfurt en Rome. Toch besluit hij uiteindelijk rechten te gaan studeren en behaalt in 1803 zijn doctorstitel. Van der Vrecken onderhoudt contacten met het Vaticaan, vooral door zijn goede relatie met kardinaal Brancadora, de oud- nuntius van de Zuidelijke Nederlanden.
 

 

Als paus Pius VII in Fontainebleau op last van Napoleon gevangen wordt gezet, slaagt hij erin de paus in het geheim te bezoeken en allerlei boodschappen naar buiten te smokkelen. In 1813 brengt hij een brief van de paus naar de Oostenrijkse keizer Frans, in de hoop dat deze Napoleon kan overhalen de paus vrij te laten. Voor zijn vele verdiensten ontvangt de Houthemenaar in 1814 de titel van Romeins graaf en later wordt hij benoemd tot ridder en commandeur in de orde van de H. Gregorius. Hij overlijdt op 25 maart 1868 in zijn woning te Houthem.  

Het landhuis komt daarna in bezit van de Leuvense professor Emile Nève, een neef van Marie Antoinette Delwarde, de echtgenote van graaf Van der Vrecken. Huize Gurtsenich blijft geruime tijd in bezit van de famile Nève. Het statige landhuis biedt ook onderdak aan het joodse weesmeisje Anneke Beekman.
Zij werd op 21 november 1940 te Amsterdam geboren en dook in 1943 onder bij de dames Van Moorst te Hilversum. Haar ouders overleefden de oorlogsgruwelen niet. Na de oorlog wenden familieleden van Anneke zich tot de Stichting Le-Ezrath Ha-Jeled, Stichting tot verzorging van Joodse Oorlogspleegkinderen, met het verzoek om het kind een Joodse godsdienstige opvoeding te geven. De dames Van Moorst waren namelijk katholiek en lieten Anneke ook als zodanig opvoeden. Uiteraard lag deze kwestie erg gevoelig, maar de dames Van Moorst weigerden afstand te doen van Anneke. Het kwam uiteindelijk tot een rechtszaak en in hoger beroep werd Anneke geplaatst onder voogdij van de Joodse stichting.
De Hoge Raad verwierp het beroep, dat mevrouw Van Moorst indiende. Toen in februari 1949 de politie aan de deur verscheen van de dames van Moorst, bleek Anneke "met vakantie" te zijn. In werkelijkheid was het kind ondergedoken, omdat de dames Van Moorst weigerden afstand te doen van Anneke. Zij blijft meestal in de kloosters in België, maar bezoekt af en toe ook de familie Langendijk, die na de oorlog Huize Gurtsenich bewoonde. De echtgenote van dhr. Langendijk was Geertruida van Moorst. "Tante G." overleed in 1976 op 73-jarige leeftijd. Pas in 1961 verschijnt Anneke Beekman in het openbaar. Zij is dan meerderjarig, zodat de wens van haar familie om haar in Joodse geest op te voeden, niet werd gerealiseerd. In 1990 heeft Anneke bij gelegenheid van haar vijftigste verjaardag een vraaggesprek met het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Zij verklaart het verleden te willen laten rusten. Anneke zegt in het bewuste interview: "Naarmate ik ouder word en de ervaring met m'n eigen kinderen heb, kan ik me nog beter voorstellen dat je je kind niet afstaat. Ik ben blij dat ze me niet hebben laten gaan en vooral aan mams denk ik met steeds meer bewondering terug. Hoe ze met mij was, dat was fantastisch".

Thans ademt huize Gurtsenich een rust uit, waarvan Frits van der Zander, de huidige bewoner, kan profiteren. De uit Schinveld afkomstige kunstenaar volgt zo het voorbeeld na van de vele markante Houthemenaars die voor hem het deftige landhuis Gurtsenich bewoonden.


Gepubliceerd in 't Sjtegelke, (1994) nr 1, p. 3-6


naar boven

© Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach

Geen menu? Klik hier!