Persoonskaart van Joannes (Joes) Speesen

 

Joannes (Joes) Speesen (Spiesen), zn. van Dionisius Spiesen en Anna Duijckers, ged. Houthem op 4 jul 1741, getuigen: Joannis, Cecilia Duijckers en Leonardus Jennekens, akkerman (1796), 

kerk.huw. Houthem op 7 aug 1768, getuigen: ilhelmina Weusten en Martinus Duijckers

met Agnes Weusten, dr. van Joannis Weusten en Sophia Schepers, ged. Houthem op 10 mrt 1741, getuigen: Catharina Weusten en Gerardus Weusten, begr. Houthem op 6 okt 1796.

Woonden volgens de inwonerslijst 1796 te Houthem nr. 98

Uit dit huwelijk:

 

1.          Joannes Speesen, ged. Houthem op 3 jan 1769, getuigen: Ida Speesen en Joannes Weusten, schrijnwerker (1796), tr. met Maria Judith Haesen.

             Woonden volgens de inwonerslijst 1796 in de Onderstestraat nr. 118.

2.          Dionisius Speesen, ged. Houthem op 9 jul 1770, getuigen: Maria Gertrudis Ditlof, Anna Catharina Weusten en Dionisius Speesen.

3.          Anna Catharina Spesen, ged. Houthem op 18 okt 1772, getuigen: Anna Catharina Weusten en Arnoldus Spesen.

4.          Henricus Speesen, ged. Houthem op 2 jun 1775, getuigen: Helena Speesen, Maria Smulders en Servatius Duijckers, ovl. voor  6 mei 1778.

5.          Wilhelmus (Willem) Speesen, ged. Houthem op 14 feb 1778, getuigen: Maria Wilhelmina Weusten, Wilhelmus, Agnetis Speesen en Wilhelmus Scheepers.

 

 

              Joannes Speessen was gehuwd met Agnes Weusten en van beroep akkerman. Hij was een geletterd man. Christiaen Vlecken, afkomstig uit Walem maar wonende in Houthem en als bokkenrijder ter dood veroordeeld, beschuldigde ook hem ervan een bokkenrijder te zijn, maar herriep later deze beschuldiging. Zijn echtgenote pleitte voor hem en dat had effect: op 16 mei 1774 werd hij uit detentie ontslagen. Een geletterd man wist dankzij zijn echtgenote de dans te ontspringen. Hierover schreef Sleinada: "Er waeren nog eenige geditineerdens te Valkenborg, maer die hebben eene byzondere genaede gehad, dewyl ze los gelaeten wierden, doch waerom, is my onbekend"

             In 1773 stelde de secretaris van de schepenbank van Houthem een rekest op, dat melding maakte van de activiteiten van dieven. 'Lens Schouteten en zijn medeplichtige Johan Vlecken de Spanjaard, beiden van Houthem, alsook Mathias Muyters en Willem K, wonende aan het Lintje, alsmede wonende te St. Gerlach op Geulem aan, Joannes Beckers, welke personen mede behoren onder de beruchte bende gauwdieven, dewelke zoo langen tijd binnen deze en omliggende landen de overhand gehad hebben. Zij worden gestraft en zullen loon naar werken ontvangen". Lens Schouteten was volgens Blok echter woonachtig in Arensgenhout en niet in Houthem. Met Joannes Beckers zal Joannes Pirongs bedoeld zijn. Onduidelijk is wie Willem K. was.