Gevelstenen in Houthem en Geulhem : St. Gerlach 20


Gevelstenen in Houthem en Geulhem (12):
St. Gerlach 20

John Odekerken
 

SINT GERLACH 20:

“Monumentale gesloten hoeve “in de Bol” gelegen aan de T-splitsing in het buurtschap Sint Gerlach en de zuid-oosthoek van de Vauwerstraat. De naam van de hoeve houdt verband met de zwarte kogelvormige bol boven de sluitsteen van de kleine toegangsduur.
Het jaartal 1683 boven de grote toegangspoort heeft betrekking op een nieuwbouw na een grote brand. De hoeve stamt echter reeds uit de 14e eeuw.” (1).

Straatbeeld van hoeve Croon (links) en hoeve de Bol (rechts) omstreeks 1923

Straatbeeld van hoeve Croon (links) en hoeve de Bol (rechts) omstreeks 1923

Aan weerskanten van de Vauwerstraat staan twee grote hoeven, waarvan de stichting teruggaat tot de 14e eeuw. Rechts lag de hoeve van Aert (I) Aarts, rentmeester van het klooster St. Gerlach. Hij moest anno 1565 aan de Bank Houthem 14 vaten rogge betalen, welke in het jaar 1599 teruggebracht werd tot 9 vaten.
Zijn zoon Aert (II) Aerts (1598-1655) huwde in 1645 met de 17 jaar jongere Maria van Mulcken. Nadat Aert (II) overleden was, huwde de weduwe Maria van Mulcken (1615-1707) op 13 nov. 1656 met Peter Haccourt († 1697). Peter Haccourt was brouwer en tapper. Hij vroeg in 1668 uitstel van betaling aan bij de Bank van Houthem, omdat de voor de Fransen vluchtende Spaanse troepen zijn huis hadden afgebrand. Uiteindelijk bouwde hij een nieuwe hoeve, die in 1683 klaar kwam. De gevelsteen boven de grote toegangspoort herinnert hier nog aan (2).

Moeder Catharina Duijsens-Frijns met dochter Christina (zus) omstreeks 1923. De “bol” midden boven de ingangspartij is hier goed zichtbaar

Moeder Catharina Duijsens-Frijns met dochter Christina (zus) omstreeks 1923. De “bol” midden boven de ingangspartij is hier goed zichtbaar

Waarschijnlijk is toen ook de er naast gelegen kleine toegangsdeur verbouwd met daarboven de merkwaardige zuil waarop een grote zwarte bol rust. Er zijn echter meerdere mogelijkheden m.b.t. het ontstaan en de betekenis van de bolvormige gevelsteen:

1. Dit gedeelte is nooit afgebrand, dus ook niet vernieuwd in 1683 m.a.w. de bol is veel ouder.
2. Peter Haccourt was de opdrachtgever voor deze verbouwing, dus waarschijn-lijk heeft hij rond 1683 deze versiering bedacht en vervolgens aangebracht. Er zal in dat geval zeer waarschijnlijk een relatie bestaan hebben tussen de bol en de fam. Haccourt, maar hier zijn tot op heden geen aanwijzingen voor gevonden.
3. “Peter Stassen sr. was in 1657 eigenaar van een huis, schuur en stallingen, genaamd de Croon, grenzend aan de Clootstraat. Voordien woonde Gerard Croon aldaar rond 1620. Hij kreeg dit pand van de erfgenaam Jan de Beije, die in 1569 huwde met Catharina Cloeps. In 1663 liet zijn zoon Adolf Croon, gehuwd met N.N. Cloest de zeer bouwvallige hoeve aan de Vauwerstraat afbreken en opnieuw bouwen van mergelblokken.” De hier bedoelde hoeve ligt naast hoeve “de Bol” aan de andere kant van de Vauwerstraat (voorheen Clootstraat?). Volgens Wolters’ Koenen Nederlands woordenboek betekent het woord “kloot” een bol of een kogel. Zou de bolvormige gevelsteen dan iets van doen hebben met de fam. Cloot/Cloeps-/Cloest resp. de Clootstraat? Indien er een relatie zou bestaan, dan moet hoeve “de Bol” ooit in handen zijn geweest van een zekere familie Cloot, Cloeps of Cloest, maar tot nu toe zijn ook voor deze stellingname onvoldoende bewijzen gevonden.
Volgens de overlevering weet Gèr Jongen van overbuurman Giel Roobroeks (1884-1968), dat er op de bedoelde lokatie in vroeger jaren altijd een café gevestigd was met de naam “in de Bol”.

Kinderen uit het 1e-huwelijk (Aerts-van Mulcken):
1) Hendrik Arts (*1648)
2) Johan Arts (*1649)
3) Arnoldus (III) Arts (1650-1720) x Maria Roebroeck
4) Christiaen Aerts (*1651)
5) Anna Aerts (1652-1723) x Jan Roebroeck
6) Servatius Aerts (*1654)

Kinderen uit het 2e-huwelijk (Haccourt-van Mulcken) waren:
1) Elisabeth Haccourt (1657-1719) x Jan Philippens
2) Johannes Haccourt (*1659)
3) Arnold Haccourt († >1720) (ongehuwd; “lam en kreupel”)
4) Michiel Haccourt (†1717) x Maria Weijers (†1727)

Na het overlijden van Peter Haccourt in 1697 was er scheiding en deling, waarbij Arnold (III) Arts de hoeve, koolhof en het brouwgetuig kocht voor fl. 1.800,-. Arnold (III) Arts werd geboren in 1650 en huwde in 1678 met Maria Roebroeck (†1709). Hun zoon Mathias Aerts huwde in 1728 met Johanna Duijkers (1684-1760; wed. v. Mathias Roebroeck).
De weduwnaar Arnold (III) Arts woonde er in 1717 alleen met zijn dienstmeid. Zijn dochter Maria (ca.1680-1735) huwde in 1708 met Nicola(u)s Lenar(d)ts (1689-1747), welke bij hun (schoon-)vader ging inwonen. Kost en inwoning werden onderling verdeeld, maar al vlug ontstond er tussen Nicolas Lenardts en zijn schoonvader onenigheid omdat hij nog e.e.a. van hem te vorderen had. Na de dood van Arnold (III) Arts in 1720, werd de hoeve (huis en hof) in 1721 door de weduwe Maria Haccourt-Weijers verkocht aan de brouwer en tapper Nicolaas Lenardts voor fl. 1.200,-.

“In 1710 vond in de herberg van Michiel Haccourt aan de Vauwerstraat een zware mishandeling plaats, waarbij de nodige gewonden vielen. De ruziemakers hadden de dienstbode Johanna Duijckers (dezelfde die later huwde met Mathias Aerts?) op een hoop schansen geworpen en poogden haar een paardentuig om te doen. De eveneens daar gearriveerde Joannes Rietraedt trachtte tussenbeide te komen en werd daarop door een viertal inwoners van Houthem met knuppels, stoelen en bierkannen deerlijk geslagen” (3).

Poort met jaartal 1683. Aan de pomp: Catharina Duijsens-Frijns (ca. 1923)

Poort met jaartal 1683. Aan de pomp: Catharina Duijsens-Frijns (ca. 1923)

De akkerman en herbergier Michiel Haccourt (†1717), in huwelijk met Maria Wijers, had een dochter Maria Helena (1697-1750), welke in 1731 huwde met Joannis van der Schuijren (1706-1788).
Zij kregen vervolgens in 1733 een zoon, Michiel van der Schuijren. Michiel huwde in 1764 met Maria Helena Kleuters (*1739).
Hun kinderen waren:
1) Joannes Arnoldus van der Schuijren *1767
2) Nicolaus van der Schuijren *1770 - †1770
3) Wilhelmus van der Schuijren *1771
4) Maria Ida van der Schuijren *1773
5) Petrus Alexander van der Schuijren *1776 - †1777
6) Michael van der Schuijren *1779
7) Petrus van der Schuijren *1782

In 1790 kocht Michiel de hoeve voor fl. 2.300,- (4). In 1794 is Michiel van der Schuijren, akkerman en herbergier, met 5 kinderen woonachtig in de hoeve. Hoe het eigenaarschap verder verlopen heeft, is moeilijk te reconstrueren, maar in 1829 kochten Christiaan (I) Delahaye en Anna van der Schuijren het huis, hof en gronden voor fl. 1.400,- (5). Anna was weer een dochter van Hubert van der Schueren (“halfwin op de hof van St. Gerlach, achter de kerk”) en Maria Aerdts. Hun zoon Christiaan (II) Delahaye huwde met Maria Anna à Campo en in 1835 werd te Hulsberg kleinzoon Christiaan (III) Hubert Delahaye geboren. Hij huwde in 1865 te Hulsberg met Estella Nuchelmans. Hun kinderen werden vanaf 1866 tot en met 1890 allen te Houthem geboren. Christiaan (III) Hubert Delahaye overleed te Houthem in 1916.

Johannes P.H. Maessen (1866-1950), zoon van Martinus Maessen en Hubertina Damoiseaux uit Schin op Geul, huwde op 16 mei 1899 met een dochter van Christiaan Hubert Delahaye en Estella Nuchelmans t.w. Leonie Maria Hubertina Theresia Delahaye (1869-1960) uit Houthem (6). We moeten er van uit gaan dat de familie Delahaye tot 1909 de boerderij in eigendom had en dat ze daarna door vererving in handen van de familie Maessen is gekomen, want hun kinderen werden niet in Houthem geboren, terwijl de boerderij vanaf 1909 wel door Johannes Maessen in de hoedanigheid van eigenaar aan derden werd verpacht.

Hun kinderen waren:
1) August Maessen, geb. te Schin op Geul 4 november 1900 en overl. te Vilt 24 mei 1921. Hij was student aan het Klein Seminarie te Rolduc
2) Maria (Mia) Henrica Hubertina Maessen, geb. te Schin op Geul 8 oktober 1901 en overl. te Vilt 22 februari 1987; zij was ongehuwd
3) Leontine (Tilke) Maria Hubertina Rosalia Maessen, geb. te Schin op Geul 30 augustus 1903 en overl. te Maastricht 6 mei 1992; ook zij was ongehuwd

 

4) Estella (Stella) Maria Louisa Hubertina Maessen, geb. te Schin op Geul 18 november 1904 en overl. te Maastricht 26 juni 1993; ook zij was ongehuwd
5) Marie Hubertus Franciscus Josef Maessen, geb. te Schin op Geul 17 december 1906 en overl. te Strucht 3 februari 1907
6) Arthur Maessen, geb. te Wijnandsrade 2 maart 1909, huwde op 5 november 1946 te Scheulder (gemeente Wijlré) met Clementine Schoenmakers; Arthur overl. te Valkenburg (Oosterbeemd) op 15 november 1997; hun huwelijk bleef kinderloos.

Uit het bovenstaande blijkt dat er binnen de familie Maessen géén erfgenamen in rechte lijn aanwezig waren om het eigendom van de hoeve over te nemen (7). Vandaar dat de erfgenamen Mia, Stella en Tilke in 1964 hoeve “de Bol” verkochten aan de familie Jongen. Maar in de tussenliggende tijd werd de hoeve nog door de familie Maessen verpacht, o.a. aan Guillaume Duijsens (1885-1943), zn. v. Laurent Duijsens en Maria Catharina Creuwels uit St. Geertruid/ Moerslag, die in 1907 huwde met Catharina Frijns (1877-1962). Hun zoon Loreng was 6 weken oud toen men op 15 maart 1909 naar Houthem kwam. Aanvankelijk woonden de ouders Duijsens-Creuwels en broer Arnold Duijsens (1882-1948) ook op de boerderij. Arnold huwde in 1911 te St. Geertruid met Elisa Didderen en zij kregen 8 kinderen te Houthem; Guillaume Duijsings woonde dus vanaf 1909 in Houthem en was zelfs van 1918 tot 1919 loco-burgemeester en tot 1927 raadslid (8).

Zij vertrokken op 15 maart 1932 naar de Roosenhof in Bruisterbosch en op 15 maart 1939 naar Hoeve de Schans in Moelingen.

Hun kinderen waren:
1) Loreng Duijsings, geb. te St.Geertruid, 29 jan. 1909 †
gehuwd met Maria Peerenbooms uit Bruisterbosch †
2) Arnold Duijsings, geb. te Houthem, 14 december 1910 †
gehuwd met Anna Sluijsmans uit Eckelrade †
3) Sjeng Duijsings, geb. te Houthem, 4 maart 1912 †
gehuwd met Maria Blom uit Holtum †
4) Lisa Duijsings, geb. te Houthem, 27 october 1913 †
gehuwd met Gerard Lemmens uit Cadier en Keer †
5) Pierre Duijsings, geb. te Houthem, 25 november 1915 †
ongehuwd, overl. op 23 juli 1980 te Heerlen
6) Nicola Duijsings, geb. te Houthem, 24 september 1917 †
gehuwd met Jozefina Weerts, molenaarsdochter uit Mesch †
7) Christine (“Zus”), geb. te Houthem, 1 maart 1919
gehuwd met Pierre Smeets (huwelijk ontbonden); zij
hadden geen kinderen
 

De familie Duijsens-Frijns omstreeks 1926 (H. Vormsel van zoontje Pierre).Op voorste rij: v.l.n.r.: Nicolas, Catharina Duijsens-Frijns, Pierre, Guillaume, Christine (zus) Op achterste rij: Sjeng, Laurentius, Arnold, Lis

De familie Duijsens-Frijns omstreeks 1926 (H. Vormsel van zoontje Pierre)
Op voorste rij: v.l.n.r.: Nicolas, Catharina Duijsens-Frijns, Pierre, Guillaume, Christine (zus) Op achterste rij: Sjeng, Laurentius, Arnold, Lis

Na de familie Duijsens was het Eugène Halders (gehuwd met N.N. Theunissen?) uit St. Geertruid/Herkenrade die van 1932 tot 1935 de boerderij in pacht had, maar na een schuurbrand in 1934 aan de noordzijde en door problemen met het voldoen van de huur vertrok de familie Halders (kinderen: Mia, Julia, Albert en Eugène jr.) uiteindelijk vermoedelijk naar Meerssen. Een oud gezegde luidt: “boerderij afgebrand, boertje opgebrand”, maar of dat hier van toepassing is blijft nog een onbeantwoorde vraag.
Later vestigde dochter Mia Halders zich in een boerderij/pension te ’s-Gravenvoeren genaamd “in de Vietsche”.

In 1935 werd de boerderij gehuurd en betrokken door Pierre Jongen (1890-1968), zoon van Jakob Jongen en Maria Agnes Schoenmaekers uit Kunrade (9). Hij huwde in 1918 met Tina Kickken (1889-1981), dochter van Alouijsius Kickken en Maria Cornelia Essers uit Klimmen. “Met hulp van de familie en buren verhuisden (“bageerden”) ze op 16 maart 1935 met de hele handel op karren en wagens in optocht naar Houthem. Dat was een mooi gezicht en de 9 kinderen liepen achter de stoet, die dan het vee moesten drijven.”
Reeds in 1936 werd door de gebroeders Kickken uit Walem, de grote en kleine poort van de Houthemse boerderij geheel vernieuwd. Tevens verdween de mestvaalt van de binnenhof naar de achterkant van de boerderij en werd de cour vervolgens met kiezelstenen afgedekt.
Géén van de kinderen uit het huwelijk van Pierre Jongen en Tina Kickken werd te Houthem geboren:

1) Jan Jakob (Sjaak) Jongen, geb. te Voerendaal, 6 april 1919 en overl. te Berkelaar, 21 maart 2002 (begraven in Echt); gehuwd met Josephina (Fien) Schoenmakers (†1984)
2) Johannes Hubertus (Johan) Jongen, geb. te Voerendaal, 29 april 1920 en overl. te Maastricht, 29 december 2000; gehuwd met Gerta Pricken († 2002)
3) Jozef Hendrik (Harie) Jongen (woonachtig te Houthem), geb. te Voerendaal, 18 oktober 1922; gehuwd met Anna Ramaekers (1924-1989)
4) Jozefina Louisa (Wies) Jongen (woonachtig te Houthem), geb. te Voerendaal, 24 april 1924; gehuwd met Wim van den Hof (1921-1974)
5) Maria Elisa (Lies) Jongen, geb. te Voerendaal, 19 juni 1926; gehuwd met Dré Souren (woonachtig te Hulsberg)
6) Hendrik Jozef (Zef) Jongen (woonachtig te Ubachsberg), geb. te Voerendaal, 13 november 1927; gehuwd met Annie Aelmans
7) Pieter Gerardus (Pierre) Jongen, geb. te Voerendaal in 1929; gehuwd met Guillaumine Frissen uit Schimmert
8) Hubertina Gerarda (Tiny) Jongen, geb. te Voerendaal, 18 november 1931; gehuwd met Matty Lamkin (woont te Heer)
9) Gerardus Hubertus (Gèr) Jongen, geb. te Voerendaal, 20 augustus 1933; gehuwd met Elza van Laar (1929-1996); samenwonend met vriendin Tiny van Laar-Wondergem.

“De familie Jongen was zeer godsdienstig en het rozenhoedje werd nooit vergeten ondanks het vele werk. In de oorlogsjaren 1940-1944 klopte niemand vergeefs aan voor wat brood, meel of andere levensmiddelen. Na de tweede wereldoorlog - het bedrijf was helemaal uitgebouwd en gemoderniseerd - bleek toch dat er inmiddels voor zoveel volwassenen geen werk was en de vier oudsten, Sjaak, Johan, Harie en Zef zochten ander werk en vonden dat ook vrij gemakkelijk.
De meisjes bleven thuis helpen en Wies zocht eveneens werk als hulp in de huishouding en kwam zodoende terecht op de pastorie.”
Pierre jr. en Gèr bleven op de boerderij helpen en hebben vanaf 1954 zelf het bedrijf mogen voeren onder financiële supervisie van hun vader. In 1959 hebben zij tenslotte het pachtcontract van hun vader overgenomen. Pierre huwde in dat zelfde jaar en Gèr trouwde in 1960. Gèr en zijn echtgenote gingen vanaf dat moment bij zijn zus Wies en vanaf 1966 te Vroenhof 58 wonen (10).
In 1964 verkochten de dochters Maessen de boerderij en werd deze zodoende eigendom van de gebroeders Jongen. In dat jaar werd ook de vakwerk wand van het woongedeelte aan de binnenhof, door een bakstenen wand vervangen. Rond die tijd raakte ook de eigen waterput bij het woonhuis op de binnenplaats in onbruik door de aanleg van de waterleiding. De oude put ligt midden onder de westelijke woonhuisgevel aan de binnenhof en is benedengronds door twee gewelfde tonkelders, onder het woonhuis en de daarachter liggende schuur, omgeven. Ook de bakoven ten noorden van de boerderij werd vanaf die tijd steeds minder gebruikt, maar is nu nog steeds aanwezig, zij het in defecte staat. In 1974 werd de voorgevel hersteld door Monumentenzorg.
De voortdurende onteigeningen, zoals bij het Franciscusoord (± 4 hectaren), St. Gerlachplein (± 1 hectare), Strabeek (± 1 hectare), Broekhem (± 1 hectare) en tenslotte de aanleg van de autosnelweg Maastricht-Heerlen (± 5 hectaren), heeft Pierre in 1971 doen besluiten om de boerderij alleen over te nemen. Gèr kreeg toen een betrekking als werkverdeler bij de bedrijfsverzorgingsdienst voor de agrariërs.
Pierre woonde toen met zijn echtgenote Guillaumine en hun vijf kinderen t.w. Agnes, Jos (†1996), Marjo, Carla en Petra op de boerderij (11) .
De levensvatbaarheid van een boerderij in een dorpskern, werd door de toenemende drang naar schaalvergroting en de steeds strenger worden mest-wetgeving, echter zeer beperkt. Vandaar dat Pierre en Guillaumine uiteindelijk het actieve boerenbedrijf rond 1999 beëindigden, maar als hobby kunnen ze het niet nalaten de boerderij die uitstraling te geven die haar van oudsher toekomt.

Vermeldenswaard is bovendien nog een ernstig verkeersongeval dat zich op 14 november 1989 voordeed, waarbij twee doden vielen. Door nog onbekende oorzaak raakte een bestelbusje, uit de richting van Valkenburg komend, van de weg en ramde de oosthoek van de voorgevel van de boerderij, waarbij het front van het busje zich door de gevel tot in de koestal had geboord. De schade aan de boerderij was enorm. Een gedeelte van de boerderij stond zelfs op instorten en moest gestut worden. Een 25-jarige man uit Venlo overleed ter plekke, zijn 47-jarige zwager, eveneens uit Venlo, overleed een dag later en hun 31-jarige zwager overleefde tenslotte het familie-drama. Eén van de betrokkenen was een zekere J.W.M. Wesseling.

Bronnen en literatuur:

(1) Het Landschap van Zuid-Limburg door R.C. Hekker, Utrecht 1987, pag. 49-54
(2) Houthems Verleden, J. Philippens 1983, pag. 193, 233-238
(3) Artikelenserie “de Oprechte Geulrander”, Geulrand nr. 12, 1985, pag. 86 (L.v.O. 8156)
(4) Houthems Verleden, J. Philippens 1983, pag. 187
(5) Echo’s uit Houthems Verleden, J. Philippens 1992, pag. 26, 108-115, 140
(6) Dhr. Hub Maessen (genealogische gegevens) (Valkenburg; geb. 1927)
(7) Gielhem Duijsings (zn. v. Sjeng en Gertruid Blom; geb. 1949)
(8) Inventaris van de archieven der gemeente Houthem 1900-1940 door W. van Mulken, pag. 17
(9) Kroniek familie Kickken 1731-1990, Dré Kickken, Schin op Geul, 1990, pag. 51-56
(10) Dhr. Gèr Jongen (Houthem; geb. 1933)
(11) Dhr. Pierre Jongen (Houthem; geb. 1929)

Correctie bij ’t Sjtegelke nr. 18,  p. 19 

N.a.v. het verhaal over hoeve “de Bol” (Gevelstenen in Houthem en Geulhem nr. 12 verschenen in ’t Sjtegelke nr. 18, p. 13-22) reageerde Antoinette Deusings uit Maastricht. Zij  liet ons het volgende weten:

“In uw artikel over de bewoners van hoeve "de Bol" van begin vorige eeuw is een fout is geslopen. Mijn oma van vaderszijde, gehuwd in 1911 in St. Geertruid met Arnold Duijsens (later Deusings) heette bij mijn weten Elisa Didderen en niet Hubertina zoals vermeld in uw artikel. Dit is overigens ook in het genoemde trouwboekje terug te vinden.”


Beknopt kunnen we het onderstaand overzicht van eigenaren (onder voorbehoud) opstellen, waarbij een onderscheid gemaakt dient te worden tussen enerzijds de eigenaar van de herberg annex brouwerij en anderzijds de eigenaar van de hoeve, waarbij het niet altijd duidelijk wie in welke hoedanigheid optreedt.

Genealogisch overzicht


Gepubliceerd in 't Sjtegelke, (2002) nr 18, p. 13-22


naar boven

© Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach

Geen menu? Klik hier!