Met de moed der wanhoop bouwde men vijftig
jaar geleden aan de Endsieg in Geulhem
Jacquo Silvertant
Inleiding
In de loop van 1944 werden de bombardementen op het
Duitse Rijk door de geallieerden geïntensiveerd met als doel
de Duitse industrie lam te leggen en de oorlog zo vóór
Kerstmis 1944 te beëindigen. Als strategisch antwoord op de
vele bombardementen kwam Duitsland met het Jägerprogramm.
Hiervoor was Duitsland al in het voorjaar van dat zelfde jaar
begonnen met de inrichting van bomvrije werkplaatsen ten
behoeve van de Luftwaffe overal in het Rijk. Zo ook in het
Geuldal tussen Meerssen en Valkenburg.
Vijftig jaar na dato
zien we her en der verspreid aan en rond de ingangen van
gangenstelsels nog steeds de resten van betonnen bouwwerken,
die de Duitse oorlogsindustrie hadden moeten redden.
De
Bronsdaelgroeve in Geulhem is hiervan het beste voorbeeld.
Hier is aan de oppervlakte voor de toevallige voorbijganger
nog het meeste te zien van het vele beton, dat de Duitsers
gebruikten voor de bouw en versterking van hun strategische
objecten. Iedereen uit de omgeving kent ze wel, die betonnen
geraamtes vlakbij de ingang naar groeve Curfs. Ooit gebouwd om
duizend jaar te weerstaan, maar inmiddels overwoekerd door de
vele soorten kruipend en klimmend onkruid, die langzaam maar
zeker deze ruïne definitief naar het land der fabelen helpen.
Reeds lang vertelt
men hier vastberaden de verhalen over de fabrieken ter
vervaardiging van de berucht "Vergeltungswaffen" V-I en V-II,
ooit Duits land's laatste poot onder de "Endsieg". Een poot
die, zoals we nu weten, vijftig jaar geleden voor de Duitsers
voortijdig onder die overwinning werd uitgeslagen.
Bauvorhaben
Bronsdaelgrube In maart 1944 begon men met de
voorbereidingen om de Bronsdaelgroeve geschikt te maken voor
de huisvesting van een bedrijf. De eerste
bouwwerkzaamheden behelsden de volgende activiteiten: - men
verwijderde het mergelpuin en de afval uit de gangen; - de
vloeren werden uitgediept; - loshangende plafonds werden
afgestoten en de gangen werden verhoogd; - hoeken van
pilaren werden afgerond en verstevigd; - er werden
allerlei doorbraken gemaakt om de begaanbaarheid van de groeve
te optimaliseren. Na deze elementaire veranderingen legde
men in het deel van de groeve dat was ingepland in het project
15 centimeter dikke betonnen vloeren. Transport van materialen
was hierna geen probleem meer. Het doel van de bouwers was om
op 15 september van dat jaar het project helemaal klaar te
hebben. Met de productie werd echter al in augustus begonnen,
weliswaar voor slechts 10% van de totale capaciteit, maar een
begin was gemaakt. De vorderingen in de bouw van het project
zoals we die tegenwoordig nog terugvinden in de
overblijfselen, zowel onder- als bovengronds, tonen dat de
bouw op enkele afwerkingen na in september 1944 zo goed als
voltooid moet zijn geweest. |
|
Het bedrijf Aan de hand van een
investeringsvoorstel van 12 augustus 1944 kunnen we nu een
reconstructie maken van de Duitse plannen omtrent de
inrichting van de Bronsdaelgroeve als oorlogsindustrie.
Dit voorstel kwam
destijds van Frontreparaturbetrieb GL Utrecht en was gericht
aan de Rijksminister voor Luchtvaart, tevens opperbevelhebber
der Luftwaffe, in Berlijn. In het voorstel vinden we aan de
hand van materiaalaanvragen en begrotingen de complete
inrichting van het project Bronsdaelgroeve terug. Zo
moesten er in de nabije omgeving van de groeve maandelijks
tweehonderd tot tweehonderdvijftig B.M.W. 801 motoren worden
gerepareerd voor hergebruik aan het front. Deze motoren werden
met name gebruikt voor bommenwerpers. Er moest dus zo snel
mogelijk met de bouwwerkzaamheden worden aangevangen om zo een
gebruiksruimte te creëren van 13.000 m2. Hiervan bevond zich
9.200 m2 ondergronds.
Buiten de groeve bestond het
terrein onder ander uit zes proefstanden voor het proefdraaien
van gerepareerde motoren. Deze bevonden zich in de holle weg
naar de Slangenberggroeve, net voorbij de Koningsstoel, en
hadden een smalspoorverbinding naar de Bronsdaelgroeve. Verder
werden de wegen op het complex verbeterd en de
spoorwegverbinding met de lijn Maastricht - Aken, die ooit
door de industrieel Zuyderhout was aangelegd, werd geschikt
gemaakt voor zware transporten. Naast de huidige kleine
ingang van de Bronsdaelgroeve maakte men een grote hangar, die
moest dienen als bergplaats voor een locomotief. Deze hal
staat tegenwoordig bekend als "De ster van Parijs". Voor
de hoofdingang van de Bronsdaelgroeve werd een laadperron
gemaakt voor vrachtwagens en treinen. Dit laadperron bestond
uit verschillende kleinere perrons, voorzien van hijskranen.
Op deze perrons stopten ook de smalspoortreintjes die de
motoren en andere materialen van en naar het proefveld en in
en uit de groeve reden. De verschillende aangrenzende kleine
groeven werden uitgebouwd tot bomvrije werkplaatsen en een
bomvrij benzinestation met onderhoudswerkplaats voor de
voertuigen. Op de heuvel boven de groeve, tussen het
gangenstelsel en de oostelijk gelegen holle weg, wilde men op
de met bomen begroeide helling de onderkomens bouwen voor de
(dwang)arbeiders. Voor het beroepspersoneel wilde men
huizen confisqueren in het nabij gelegen Geulhem en Houthem.
Het hele complex werd op en top geschikt gemaakt voor een
constante bevolking van arbeiders die in ploegendiensten dag
en nacht het bedrijf draaiende hielden. Voorts moest het
vooral een veilig en effectief bedrijf zijn, dat ondanks het
oorlogsgeweld door kon draaien.
De geallieerde
bevrijders maakten echter een einde aan deze poging, nog
voordat de fabriek voor de volle 100% in bedrijf was.
Naschrift van de
auteur De bovenstaande tekst is een bewerking van een
aantal artikelen die verschenen in S.O.K.-Mededelingen en
Geulrand tussen 1991 en 1992. Het bronnenmateriaal omtrent
dit onderwerp werd gevonden in het Bundesarchif (D), het
familie-archief van de familie van Schaïk in het
Gemeentearchief Maastricht en het Rijksinstituut voor
Oorlogsdocumentatie in
Amsterdam. |