De familie Crolla in Houthem in de negentiende eeuw


De familie Crolla in Houthem in de negen-tiende eeuw

Jan G.M. Notten 

Het is rond de jaarwisseling 1844-1845, als Leonard Crolla, schoolmeester in Meerssen, van twee inwoners van Hout-hem, luisterend naar de namen Busing en Caron, het verzoek krijgt om een bijzondere school op te richten in Houthem. Op 18 januari 1845 wendt hij zich schriftelijk tot burgemeester en schepenen van Houthem 1 met het verzoek hem toestemming daartoe te verlenen. Het college (onder leiding van burgemeester J.H. Quix) reageert positief, maar stelt wel uitdrukkelijk, dat door “gemelde toestemming nimmer het minste bezwaar voor de gemeente zal kunnen ontstaan.” De burgemeester vraagt om inlichtingen bij zekere Van de Ven, schoolopzichter te Bunde, en na diens positief advies beslist de Houthemse gemeenteraad op 21 april 1845, dat Leonard Crolla “autorisatie” (machtiging) wordt verleend om aan de slag te gaan. In september van datzelfde jaar volgt de “aanstelling van de Heer L. Crolla als onderwijzer bij de bijzondere school van de 2e klasse.” 2. Het is het begin van de belevenissen van enkele generaties Crolla in Houthem. 

Hotel Geuldal aan het begin van de 20e eeuw

Hotel Geuldal aan het begin van de 20e eeuw

Interieur van het hotel

Interieur van het hotel

Pieter Crolla

Leonard Crolla is afkomstig van Meerssen, als derde zoon van Pieter Crolla en Maria Coox. In het doopboek van de basiliek van Meerssen wordt Pieter in 1779 genoemd als zoon van Henricus Crolla en Catharina Fransen. Bij de volkstelling van 1796 woont de familie Crolla-Fransen in het gehucht Weert en Henricus of Hendrik wordt vermeld als landbouwer. Pieter trouwt op 4 juni 1810 met Maria Coox. Bij de volkstelling van rond 1816 wordt het echtpaar genoemd onder huisnummer 8. In het cahier der persoon-lijke belasting staat achter de naam Pieter Crolla: “tuinier, Weert, 3 personen” 3.

Gegevens over het gezin Crolla-Coox:
Pieter Crolla, gedoopt Meerssen 25 januari 1779, overleden Itteren 16 december 1862; Maria Coox, gedoopt Meerssen 29 november 1787, overleden Meerssen 30 januari 1861. Het gezin wordt gezegend met op zijn minst zes kinderen:
-    Henricus, geboren Weert 8 april 1811, overleden Weert 30 april 1811.
-
    Servaas Mathijs, geboren Weert 12 mei 1823, zelfde dag overleden.
-
    Leonard, geboren Weert 30 maart 1824, overleden Wittem 19 juli 1867.
-
    Maria Agnes, geboren Weert 7 december 1825, overleden Meerssen 11 september 1845.
-
    Johannes Wilhelmus, geboren Weert 13 juli 1827, overleden Maastricht 20 september 1896.
-
    Maria Helena, levenloos geboren Weert 10 augustus 1829 4.
 

Leonard Crolla

Als Leonard Crolla in 1824 wordt geboren, zijn beide voordien geboren broers overleden. In de voetsporen van zijn vader – nog in 1847 tuinier – treedt hij niet, maar hij zoekt zijn toekomst in het onderwijs. Waar hij zijn opleiding heeft genoten, is niet bekend. In 1844 wordt hij aangesteld als onderwijzer in Meerssen en een jaar later richt zijn aandacht zich, zoals in de aanvang van dit artikel reeds is vermeld, op Houthem en meer speciaal op de school in het dorp.

Maar dat is niet alles, zo blijkt, want in Houthem leert Leonard ook zijn toekomstige vrouw kennen. Het is Anna Maria Weustenraad, oud dertig jaar en kamenierster bij Mevrouw Corneli in Kasteel Sint Gerlach 5. Voor de wet trouwt het tweetal op 20 augustus 1846. Vader Pieter uit Meerssen is bij de huwelijksvoltrekking aanwezig en geeft – zoals de wet dat eist – zijn toestemming. Moeder is ziek en doet dit schriftelijk. 

Gegevens over het gezin Crolla-Weustenraad.
Leonard Crolla, geboren Meerssen 30 maart 1824, overleden Wittem 19 juli 1867; Anna Maria Weustenraad, geboren Heerlen 6 september 1816, overleden Houthem 3 januari 1885.

Kinderen uit dit huwelijk:

-    Maria Philomena, geboren Houthem 10 mei 1847, overleden Meerssen 12 november 1912.

-    Petrus Alphons, geboren Houthem 29 maart 1848, overleden Heerlen 12 december 1917.

-    Josephus Augustinus, geboren Houthem 7 augustus 1849, overleden Aken 11 oktober 1926.

-    Anna Maria, geboren Houthem 22 december 1850, overleden Heerlen 28 augustus 1915.

-    Karel Antonius, geboren Houthem 28 december 1852, overleden Maastricht 1905.

-    Petrus Joseph, geboren Houthem 6 mei 1854, overleden Maastricht 25 februari 1919.

-    Baltasar Gerard, geboren Houthem 10 januari 1857, overleden zelfde dag.

-    Catharina Genoveva, geboren Houthem 10 januari 1857, overleden Munstergeleen 3 juni 1902.

-    Maria Valentina Mathieu, geboren Houthem 27 oktober 1859, overleden Wijck-Maastricht 19 augustus 1908 6. 

De loopbaan van Leonard in het onderwijs duurt niet lang. Vrij snel na zijn aanstelling in september 1845 en zijn les geven in het eenmansschooltje, ervaart hij dat de salariëring van een schoolmeester geen vetpot is en voor een jong gezin ontoereikend.

In 1847 geeft hij aan het gemeentebestuur te kennen, dat hij voornemens is, zijn betrekking als onderwijzer op te zeggen. Zijn traktement bedraagt 400 gulden per jaar en de noodlijdende gemeente kan dit bedrag slechts met veel moeite opbrengen. In 1847 laat de gemeente Houthem zelfs weten dat ze daartoe eigenlijk niet in staat is en men een beroep op provincie en rijk zal doen. De ouders betalen voor ieder kind dertig cent schoolgeld, maar een groot aantal laat weten, hiertoe niet in staat te zijn 7.

Als “bovenmeester” heeft Leonard een zware en veel omvattende taak in zijn eenmansschooltje en het ziet ernaar uit, dat hij bij aanschaf van lesmateriaal – boeken, kroontjespennen, griffels, leien en krijt – tot het inzicht is gekomen, dat het beroep van “negotiant” (handelsman), met name op het terrein van boek- en papierwaren, lucratiever is dan dat van hoofdonderwijzer. De koopman ontwaakt in het brein van Leonard Crolla.

Wanneer hij het krijtje definitief heeft neergelegd, is slechts bij benadering vast te stellen. Uit de boeken van de burger-lijke stand blijkt, dat Leonard Crolla regelmatig optreedt als getuige bij geboorteaangiften of huwelijken en achter zijn naam staat aanvankelijk vermeld: “onderwijzer.” Dit is bijvoorbeeld het geval bij de geboorteaangifte van zijn tweede dochter, Anna Maria, op 22 december 1850. Bij het huwelijk van P.J. Urlings met M.S.H. Kleuters op 30 juli 1851 staat voor het eerst achter zijn naam: “winkelier.” Leonard moet het onderwijs dus hebben verlaten in de eerste helft van het jaar 1851 8

Dat oud-onderwijzer Crolla zijn heil zoekt in de verkoop van schoolmeubelen en papierwaren is niet verbazingwekkend en de school van Houthem wordt dan ook zijn eerste klant. Wie echter op zoek gaat naar cijfers, komt tot de bevinding, dat het gemeente-archief van Houthem grote hiaten vertoont: uitgerekend van de beginjaren van Leonards “papeterie” zijn geen rekeningen of verzamelstaten van de begroting aanwezig. Zodat we slechts één ding met zekerheid weten: Leonard Crolla is tussen 22 december 1850 en 30 juli 1851 met zijn bedrijf begonnen.

In 1853 durft hij het aan om een boek uit te geven: de “Catechismus of Christelijke Leering in 5 deelen en 41 lessen / derde editie / te Houthem-St. Gerlach / bij L. Crolla.” Op de kaft lezen we: “Kerkelijk goedgekeurd - 1853. En op de binnenpagina staan de jaartallen van de eerdere goedkeuringen: 1823 en 1841. Zou “bij L. Crolla” duiden op de aanwezigheid van een drukkerij? Het ziet niet naar uit, want Leonard wordt, ook in later jaren, nooit aangeduid als drukker, maar altijd als negociant, winkelier of herbergier.

In de Onderstestraat

In 1848 vindt het jonge gezin Crolla-Weustenraad een woning in de Onderstestraat, die dan de naam Vuijlstraat draagt. Het dorp Houthem, waar het echtpaar zich vestigt, telt rond de 700 inwoners. De niet meer zo heel jonge mensen herinneren zich de tijd van Napoleon nog; de “Belgische” jaren (1830 tot 1839) en de overgang naar het Koninkrijk der Nederlanden liggen nog vers in het geheugen. J.H. Quix is burgemeester sedert 1920 en de gemeenteraad telt zeven leden.
Van het huis, waar Leonard en Anna Maria gaan wonen, weten we dat het in 1796 werd bewoond door Daniel Geuskens, Christaan Geuskens, Helena Geuskens en Agnes Wouters. In de inwonerslijst van dat jaar staat de woning vermeld onder nummer 121 9. Na de dood van Daniel Geuskens in 1812 wordt het huis bewoond door Hendrik Smeets, die in 1816 trouwt met Maria Josephina Anten.
In 1848 wonen ze er nog, maar dan sterft Maria. Als Leonard er zich met vrouw en kind vestigt, blijft Johan Smeets er wonen en wel tot aan zijn dood op 5 maart 1854. Hij is herbergier en timmerman. Leonard Crolla heeft, naast wat men in beschrijvingen “een winkeltje” noemt, hier zijn eerste stappen gezet als herbergier. Het huis blijft eigendom van Jan Willem Geuskens en wordt enige tijd later gesloopt 10. Waarschijnlijk is de naam Vuylstraat vervangen door Onderstestraat toen Burgemeester Corneli in de jaren vijftig zorgde voor een nieuw aanzicht van de straat.  

Schuttersvergadering

Wanneer Leonard als herbergier aan de slag is gegaan, valt niet met zekerheid te zeggen. In 1848, meteen bij zijn intrek in de woning van Hendrik Smeets? Of toen hij zijn onderwijzersbaan neerlegde, dus in 1851? In ieder geval moet dat gebeurd zijn vóór 20 februari 1853, een historische datum in de geschiedenis van Schutterij Sint Martinus. Want die dag komt “ter herberge van L. Crolla te St. Gerlach” een aantal oud-leden en andere belangstellenden bijeen. “Doel der vergadering: Herstelling der aloude Schutterij”, zo lezen we in het schuttersboek van Sint Martinus 11.

Tijdens de vergadering sluiten zich 71 leden bij de schutterij aan. Later komen er nog 10 bij. Het moet een grote drukte hebben veroorzaakt in de herberg van Crolla. De inmiddels bejaarde Hendrik Smeets wordt niet genoemd, maar hij woont dan nog steeds in het huis. Aanvankelijk wordt heroprichter Ramakers gekozen als voorzitter, Jan Willem van Sintfijt en Leonard Crolla worden secretaris.
Een week later is de herberg van Leonard Crolla weer overvol: de officiersplaatsen en overige rangen en functies worden bij opbod verkocht. Leonard Crolla wordt kolonel 12.  

Vernieuwingen in Houthem

Op 22 oktober 1839 is notaris Martin Jacob Schoenmaeckers overleden, gehuwd met Sibylle Sleypen. Het echtpaar is woonachtig in het landgoed Sint-Gerlach. Sybille overlijdt in 1851. Het gehele complex komt dan toe aan de oudste dochter, Anna Elisabeth (Betsy) Walburga (ook wel Walbergia) Schoenmaeckers en haar echtgenoot Antoine Joseph Francois Corneli.
Het tweetal zorgt meteen voor een grondige restauratie van het interieur van het proostenhuis, dat voortaan “het kasteel” gaat heten. Bovendien wordt een nieuwe Kerkweg aan-gelegd en in ruil daarvoor betrekt Corneli de oude klooster-weg bij zijn park. Aan de nieuwe Kerkweg bouwt het echtpaar Corneli een kapelanie en een woning, die als gemeentehuis gaat dienen. Beneden gaat de gemeenteraad vergaderen en op de eerste verdieping krijgt de schooljeugd les. Een aantal oude, kleine huisjes wordt afgebroken. Tot slot bouwt Corneli in 1855 een fraaie woning aan de weg naar Meerssen, het huis waarin een herberg wordt gevestigd door Leonard Crolla. De Kerkweg en de verdere omgeving krijgen in korte tijd een ander aanzien 13. Antoine Corneli neemt in 1856 de voorzittershamer van burgemeester Quix over 14. Datzelfde jaar gaan Leonard Crolla en zijn vrouw en kinderen wonen in het gebouw aan de weg naar Meerssen. 

Het moet voor de familie Crolla een heuglijke ervaring zijn geweest om het fraaie, uit mergelsteen opgetrokken pand – de bouw heeft de kapitale som van 3948 gulden gekost – te betrekken en er een herberg in te richten 15. Uit latere stukken 16 blijkt, dat Leonard ook de school van Valkenburg van “school-behoeften”  voorziet. In de notulen van de gemeenteraad in Houthem van 16 juli 1859 lezen we: “eenen brief van den Negociant Leonard Crolla is betrekkelijk de som van twaalf gulden, wegens door deze laatsten geleverde meubelen in de school” 17. Klaarblijkelijk vindt Leonard nog tijd om naast zijn taak als herbergier en winkelier de gemeenschap te dienen. Tijdens de raadsvergadering van 30 november 1852 wordt hij met algemene stemmen benoemd tot lid van het burgerlijk armenbestuur. Hij vervult deze functie van 1 januari 1853 tot 1 januari 1867 18. Het eerste en enige bewijs van Leonards zakelijke contacten met de gemeente Valkenburg vinden we in de “Bijlagen bij de rekeningen van inkomsten en uitgaven”, dienstjaar 1862 19.

In die tijd is het niet ongebruikelijk, dat firma’s in kantoor- en schoolbehoeften naast hun papierwarenafdeling een drukkerij beginnen. Hoogstwaarschijnlijk heeft Leonard een drukkerij gezien als de sluitsteen van zijn bedrijf. Zijn vroege dood heeft de verwezenlijking van zijn droom, althans voor hem persoonlijk, belet.
Als Leonard op 19 juli 1867 – nog geen 44 jaar oud – geheel onverwacht aan een beroerte sterft, moet dat een grote schok zijn geweest, niet alleen voor zijn echtgenote en kinderen, maar tevens voor de Houthemse gemeenschap. Tijdens de Heilige Mis op zondag 21 juli wordt voor zijn zielenrust gebeden en de volgende dag volgt een druk bezochte uitvaartdienst, waarna hij wordt begraven op het kerkhof in Houthem. 


 

De weduwe Crolla

Anna Maria Crolla-Weustenraad is 51 jaar oud, als ze met acht kinderen achterblijft. Uit de bij de familie Crolla berustende collectie archiefstukken blijkt, dat ze meteen de schouders onder het bedrijf heeft gezet en probeert om de clientèle uit te breiden. In 1868 levert ze schoolbehoeften aan de gemeente Valkenburg en vanaf 1873 is ze vaste leverancier 20.
Het verhaal wordt eentonig: ook wanneer Maria Weusten-raad begonnen is met een drukkerij, is niet exact vast te stellen. Vermoedelijk heeft ze haar plannen steeds opnieuw uitgesteld, totdat haar oudste zoon zijn militaire dienstplicht heeft vervuld. Dat is Petrus Alphonsus, roepnaam Alphons, geboren in 1848.

In een brief van de burgemeester van Houthem aan “de commissaris des konings” dd. 3 april 1868 vraagt deze om vrijstelling van militaire dienst voor “de loteling Petrus Alphonsius Crolla”, aangezien “de loteling …. op zich heeft genomen om voor zijn moeder en haar talrijk huisgezin te zorgen.” Maar het verzoek wordt afgewezen en op 12 mei 1868 wordt Alphons ingelijfd bij het 2e Reglement Infanterie 21. In 1871 is hij weer thuis, want dan vormt Maria Weustenraad een compagnonschap met haar zoon. In een bewaard gebleven brief van 30 januari 1871, gericht aan de burgemeester van Eysden, blijkt dat de Firma Wed. L. Crolla is omgedoopt in “Firma Wed. L. Crolla en zoon” 22. Ook in de lijsten van “bevelschriften” (rekeningen) in de begroting van inkomsten en uitgaven der gemeente, lezen we : “Wed. L. Crolla en zoon” 23. Pas een rekening van januari 1875 vermeldt in de kop “Boekdrukkerij & Boekhandel, Wde Crolla en Zn.” 24. En zo komen we tot de bevinding, dat de oprichtingsdatum van de drukkerij ligt in of vlak voor het jaar 1875.
En meteen in 1876 verschijnt “Het Limburgsch Nieuwsblad”, uitgave van de Weduwe Crolla en Zn, 2 maal per week. fl. 0,65 p. kwartaal. 1e jaargang 1876. Vanaf 1891 uitgave Gebr. Crolla Houthem. Vanaf 1885 verschijnt het vermoedelijk 3 keer per week.
In 1877 gebruikt de firma nieuw rekeningpapier en hierop wordt voor het eerst vermelding gemaakt van de “Uitgave van Het Limburgsch Nieuwsblad”. In de verzamelstaat van de gemeente Houthem, dienstjaar 1881, is sprake van de “gebroeders Crolla” en even verder van “Crolla Wed. en Zoon”. Hoe verwarrend dit ook mag zijn, hier wordt zonder twijfel een nieuw compagnonschap aangekondigd: het driemanschap Alphons, Jos en Mathieu. Reeds eerder hebben de drie broers voor eigen rekening gewerkt. Crolla Alphons: drukwerk, Crolla Joseph: bindwerk, Crolla Mathieu: geplaatste advertentiën.
In een brief van 29 november 1879, waarin wordt bericht, dat Alphons belast is “met de volkstelling ….over de gehele gemeente”, wordt voor het eerst zijn beroep vermeld: drukker 25. Op 4 mei 1880 levert “Wed. Crolla en Zn” 150 boekjes voor de congregatie aan de pastoor 26.

Uit de verzamelstaat van bevelschriften 27 blijkt dat de wed. L. Crolla in 1868 schoolbehoeften levert voor fl. 37,20. In 1869 is dat fl. 30.79. In 1876 levert ze drukwerk voor fl. 4.80 en schoolbehoeften voor fl. 64,79. Tot en met het jaar 1881 is er sprake van de weduwe Crolla en Zn, in het jaar 1882 is er voor het eerst sprake van “Crolla gebroeders”, in 1890 verschijnt de naam Jos. Crolla-Falise voor het eerst. In 1892 levert zowel Crolla Houthem als Jos Crolla-Falise aan de gemeente Valkenburg. In 1893 ontbreekt Crolla Houthem, maar levert Crolla-Falise voor precies één gulden bureaubehoeften. In 1894 leveren zowel Jos Crolla als de gebroeders Crolla, maar vanaf 1895 heeft Jos Crolla, ook genoemd Jos Crolla-Falise het monopolie in Valkenburg 28

Anna Maria Weustenraad overlijdt op 3 januari 1885 en het gehele bedrijf komt in handen van de drie broers. Alphons neemt het directeurschap van het “Rijkstelephoonkantoor” op zich en lijkt niet terug te schrikken voor nog meer werkzaamheden.
Trouwen doet hij, als hij veertig is. En wel met Marie Josephine Boumans, die geboren is op 27 maart 1861 in Heerlen. Alphons en Josephina huwen voor de wet op 1 augustus 1888 en onder de voornamen Henriëtta (!) Josephina wordt ze als de nieuwe mevrouw Crolla inge-schreven in het bevolkingsregister van Houthem. In de kolom “ambt” staat achter de naam Crolla het woord “drukker” 29. In 1889 wordt aan de drukkerij een ruimte bijgebouwd. Het drietal gaat in 1893 over tot de aanschaf van een waakhond, waarvoor op 26 december van dat jaar 75 cent wordt betaald 30.

In 1886 verschijnt “Het Leven van den Heiligen Gerlachus, kluizenaar.” Stoomdrukkerij van Gebr. Crolla Houthem-Valkenburg. De parochie Houthem neemt 5000 exemplaren voor haar rekening. Kosten: 300 gulden. In 1887 volgt “Leonora, de dochter van den rooverkapitein een ware geschiedenis.” Stoomdrukkerij Gebr. Crolla.
 

Een nieuw hotel

Hierboven is reeds geschreven, dat Jos Crolla-Falise in 1891 uit de Firma Gebroeders Crolla stapt. Aan het compagnon-schap van Alphons en Mathieu komt een einde in 1898. Dan ook houdt de drukkerij in Houthem op te bestaan en Alphons heeft al een jaar voordien zijn aandacht gericht op de jaarlijks toenemende stroom van vakantiegangers in Houthem.

Hotel Geuldal

Hotel Geuldal

Dat hij, tezamen met zijn echtgenote de tijd rijp acht om een hotel te beginnen, is niet zo vreemd in het Houthem van vlak voor het jaar 1900, want de ontluiking van het dorp als een deftig toeristenplaatsje is begonnen. Misschien is hotel Cuijpers-Linssen langs de weg naar Geulhem – waar men sedert 1885 kan overnachten – hun voorbeeld. De herberg verbouwen ze tot een voor die tijd modern hotel, dat de naam “Hotel het Geuldal” gaat dragen. 31
Maar het “telephoonkantoor” blijft Alphons exploiteren, ook al is hij niet altijd tevreden over het postwezen. In de gemeentebegroting van het jaar 1894 wordt opgemerkt, dat geen fl. 20 zijn opgenomen voor het bestellen der berichten, “aangezien de houder van het telephoonkantoor zijn ontslag heeft aangevraagd en verkregen; vervolgens wordt het kantoor ingetrokken” 32. Maar het geschil moet naar believen van Alphons zijn opgelost, want hij blijft “op zijn post”.
Het hotelgebouw krijgt in 1902 een bijbouw en voor een vergroting van het postkantoor zorgt Alphons in 1906. Zijn salaris als telephoonkantoorhouder bedraagt dan honderd gulden per jaar. “Brievengaarder” blijft hij tot het jaar van zijn dood.
Alphons Crolla overlijdt op 12 december 1917 en drie dagen later wordt hij in Houthem begraven. Zijn vrouw zet het hotel voort met de hulp van “huisknechten en dienstbodes” en in 1926 breidt Marie Josephine Crolla-Boumans het hotel nog een keer uit met een bijbouw. Maar datzelfde jaar, op 19 november, overlijdt ze en “Het Geuldal” gaat over in handen van Edmond van der Smissen, gehuwd met Agnes Huijnen 33

Petrus Joseph (Jos) Crolla

Van de andere kinderen van het echtpaar Crolla-Weusten-raad is voor de geschiedenis van Houthem van belang: de in 1854 geboren Petrus Joseph, zes jaar jonger dan de hiervoor genoemde Alphons 34. Tijdens de raadsvergadering van 4 oktober 1881 wordt de dan 27-jarige Joseph samen met C.G. Willems kandidaat gesteld voor het ambt van secretaris der gemeente Houthem. Willems wordt gekozen en Joseph wordt genoemd als “boekdrukkersgezel.” Het ligt voor de hand, dat hij in de drukkerij van zijn broer in Houthem werkzaam is 35.
Joseph is kennelijk lid van de fanfare van Houthem en in opdracht van deze vereniging reist hij naar Luik, om daar in de winkel van de familie Javeaux een drapeau te bestellen. En het is daar in Luik, dat hij zijn toekomstige echtgenote leert kennen, die naar de naam Anna Eulalie Falise luistert. Het huwelijk vindt plaats op 26 juni 1884 te Luik en op het bewaard gebleven “contract mariage” (voorzien van een stempel van de “Administration Communale de Liège”) lezen we: “Pierre Joseph Crolla, imprimeur.” Anna Eulalie Falise is “demoiselle de magazin” en geboren op 12 februari 1859 in Luik.
Ofschoon hij nog steeds werkt in de drukkerij van zijn broer Alphons in Houthem en deel uitmaakt van het broederlijk compagnonschap, vestigt Joseph Crolla zich in Valkenburg op St. Pieter, waar later de winkel Roemers ligt. Dat is gebeurd in 1884. Men mag aannemen, dat de keuze gemaakt wordt in de wetenschap, dat de drukkerij en het hotel in Houthem bestemd zijn voor Alphons. Toch ziet het ernaar uit, dat de verhuizing naar Valkenburg niet definitief bedoeld is geweest, want Joseph (Jos) meldt zich niet aan op het gemeentehuis in Valkenburg. Tot 1889 staat hij niet ingeschreven in het bevolkingsregister in die plaats en is hij evenmin uitgeschreven uit het bevolkingsregister (van 1862-1889) in Houthem 36. Heeft het echtpaar Crolla-Falise al die jaren overwogen zich nog eens in Houthem te vestigen? Toch niet, Jos en Eulalie gaan op zoek naar een ander pand. Eulalie, die het klappen van de zweep in Luik heeft geleerd, opent weldra een bazar in de “Groote Straat” in Valkenburg op huisnummer 78, aldus de lijn doortrekkende van haar werkzaamheden in Luik. Wanneer de familie dat pand betrekt, is niet met zekerheid te zeggen.  

De wederwaardigheden van de drukkerij in Valkenburg vallen buiten het bestek van dit artikel over Houthem en worden dus hierna beknopt beschreven.

Terwijl Eulalie de bazar steeds verder weet uit te breiden, begint Joseph (Jos) een drukkerij, uitgeverij, boekbinderij, kantoorboekhandel. Hij ondertekent steeds met “Jos Crolla-Falise” en dat wordt ook de firma-naam van de drukkerij-uitgeverij. Een naam die decennia lang een begrip zal blijven in Valkenburg en omgeving.
Per 27 november 1891 vestigt zich zekere Willem Hubert Stroot ten huize van Jos Crolla-Falise en hij doet dat in zijn hoedanigheid van letterzetter. In februari van het jaar daarop volgt een tweede letterzetter en men mag dus aannemen, dat de persen er zijn gaan lopen vlak voor of na november 1891 37.
In een door de burgemeester verzonden schrijven dd. 8 februari 1895 wordt medegedeeld, dat aan Jos Crolla per 8 mei 1894 vergunning is verleend tot het werken met een petroleummotor 38. Uit de bevolkingsregisters van Valken-burg blijkt, dat de twee letterzetters in 1894 gezelschap krijgen van twee boekbinders en in 1896 van een boek-drukker. En op 18 december 1901 wordt de drukkerij van Jos Crolla aangeduid als het op één na grootste bedrijf ter plaatse: 6 werklieden verzorgen het drukwerk.
Bij Jos Crolla-Falise verschijnt in 1892 het eerste nummer van de “Klappende Ekster, oprechte Limburgsche Vastenavond-Courant.” Nog vóór het jaar 1900 (waarschijnlijk in 1897) brengt hij nog een tijdschrift op straat: het tweemaal per week verschijnende “Valkenburgsch Nieuws- en Advertentieblad.” En bovendien “De Uilenspiegel” en een jaarlijks verschijnende volks-almanak. Eerste uitgave: 1897.
Jos Crolla is op 16 november 1895 in hotel Germania een van de zeventig Valkenburgers die daar aanwezig zijn bij de oprichting van het Kur-Comité Falcobergia en hij wordt benoemd tot penningmeester. Ook wanneer in 1902 de Kur-Kapel Falcobergia wordt opgericht, neemt hij zitting in het bestuur. Op 25 februari 1919 overlijdt Jos Crolla in het ziekenhuis in Heerlen. Eulalie Falise overleeft hem meer dan twintig jaar en sterft op 28 januari 1943.
Dan is het bedrijf reeds in handen van de oudste zoon, Joseph Crolla, die in 1912 het bedrijf heeft overgenomen. Hij noemt zich Jos Crolla jr. om verwarring met zijn vader te voorkomen. Jos Crolla jr. is geboren op 30 juni 1885 en gehuwd met Gertrud Ricken, geboren in Crefeld.
In 1913 wordt hij benoemd tot secretaris van de VVV “Het Geuldal.” Samen met Theodoor Dorren – die overigens bijna dertig jaar ouder is – zal hij furore maken als een der bekendste en verdienstelijkste pioniers van het Valkenburgse toerisme. In heel het land wordt het tweetal Crolla-Dorren beschouwd als de personificatie van het toeristenstadje aan de Geul 39.
Jos Crolla overlijdt op 23 september 1973 en zijn echtgenote Gertrud Ricken op 5 juli 1979.

Zoon Xavier Crolla is daarna de laatste Crolla, die - sinds 1955 - de drukkerij heeft voortgezet. Na zijn terugtreden in 1989 geraakt ze in andere handen.

Tot slot: opnieuw Houthem

Het echtpaar Crolla-Boumans had één kind, dochter Maria Philomena Josephina, geboren op 26 augustus 1901 en de dag erna gedoopt. Op 26 april 1926 trouwt ze met Joseph Jan Mathijs Tacken uit Horst, veearts van beroep. In de persoon van deze Philomena, op 19 juni 1926 “uitgeschreven” vanuit het bevolkingsregister van Houthem, verdwijnt de laatste Crolla uit Houthem 40.

Dit artikel zou niet geschreven zijn, als Ton Crolla, jongste zoon van Jos Crolla jr., niet bereid was geweest om mij het door hem samengestelde werkstuk over de familie Crolla ter beschikking te stellen. Deze bijdrage in ’t Sjtegelke steunt in alle opzichten op zijn - niet in druk verschenen -  boekwerk. Een welgemeend woord van dank is hier op zijn plaats.

j.n.

Noten

1. Reeds in de Karolingische tijd was de schepen een soort van vonniswijzer bij juridische geschillen. In de Middeleeuwen werd hij van jurist tot gemeentelijk bestuurder. De schepen overleefde de omwenteling in de Franse Tijd en pas de nieuwe grondwet van 1848 en de daarop volgende gemeentewet van 1851 maakten een einde aan de naam. Vanaf dat jaar bestaat het bestuur van een gemeente uit een gemeenteraad en een college van B&W. In België is de naam schepen gehandhaafd. Zie W. van Mulken, Inventaris van de archieven der gemeente Houthem, 1800 – 1940, Maastricht 1974, 13.
2. Archief van de Gemeente Houthem, nr. 32. De twee namen roepen raadsels op. Zowel in de volkstelling van 1796 – zie ’t Sjtegelke nr. 5 – als in de Inventaris van de archieven van Houthem – W. van Mulken, 1974 - en de inventaris van de archieven van de Rooms Katholieke parochie van de H. Gerlachus – Van Mulken, 1978 – komen ze niet voor.
3. Gemeente-archief Meerssen, nr. 1097.
4. Gemeente-archief Meerssen.
5. H.J.J. Philippens, Houthems verleden, Eygelshoven, 1983, 247.
6. Gemeente-archieven Houthem, burgerlijke stand Houthem, nr. 2807 en 2808.
7. H.J.J. Philippens, Houthems Verleden, Eygelshoven, 1983, 92.
8. Gemeente-archieven Houthem, burgerlijke stand Houthem, nr. 2807.
9. Fons Heijnens: “De inwonerslijst van 1796.” In: ’t Sjtegelke, 5, 1996, 37.
10.Parochie-archieven nr 45; H.J.J. Philippens, Echo’s uit Houthems Verleden, Eygelshoven, 1983, 168.
11. Schutterij Sint Martinus bewaart twee schuttersboeken. Het ene draagt de naam “Schuttersvereniging te Houthem/Register A van het lidmaatschap/ en de leden der vereeniging” en het tweede draagt als titel: “Schuttersboek no. 2, 1853.” De notulen van de vergadering van 20 februari beslaan drie pagina’s en het aansluitende “voorlopige Reglement” acht. De vergadering van 20 februari 1853 wordt in diverse geschriften vermeld. Zie Jan G.M. Notten in ’t Sjtegelke nr. 10, december, 1998, 14 en drs. Luc Wolters in Jubileum Magazine 400 jaar Schutterij St. Martinus, z.pl., z.j. [1999], 20.
12. Leonard heeft er de somma van fl. 6,70 voor over. Zie J.A. Jolles, De schuttersgilden en schutterijen van Limburg, overzicht van wat er nog bestaat, PSHAL 72,1936, 93.
13. H.J.J. Philippens, Houthems Verleden, Eygelshoven, 1983, 92 en Echo’s uit Houthems verleden, Eygelshoven, 1992, 79; Wim Boersma, ’t Sjtegelke 5, juni 1966, 10; Jan G.M. Notten, Landgoed Sint-Gerlach, Kruispunt van culturen in het Land van Valkenburg, Zwolle, 1999, 82.
14. W. van Mulken, Inventaris van de archieven der gemeente Houthem, Maastricht, 1974, 15.
15. Funs Patelski en Jan Notten, Hotel Historiael, Geulrand Extra, januari 1985, 16.
16. Familie-archief Crolla.
17. Gemeente-archief Houthem, nr. 34, brief 779.
18. Gemeente-archief Houthem, nr. 19 – 23.
19. Gemeente-archief Valkenburg, 816 en 825.
20. Familie-archief Crolla.
21. Gemeente-archief Houthem, nr. 34, brief 779 en 905.
22. Familie-archief Crolla.
23. Gemeente-archief Houthem, bevelschriften, nr. 816 – 876.
24. Familie-archief Crolla.
25. Gemeente-archief Houthem, nr. 35, brief 657.
26. H.J.J. Philippens, Houthems verleden, Eygelshoven, 1983, 146.
27. Zie noot 23.
28. Zie noot 23.
29. Gemeente-archief Houthem, nr. 2811.
30. Gemeente-archief Houthem, nr. 760.
31. H.J.J. Philippens, Houthems verleden, Eygelshoven, 1983, 171.
32. Gemeente-archief Houthem, nr. 258.
33. Zie noot 31.
34. Jan G.M. Notten, De negentigers, Jaarboekkalender 1992, Valkenburg 1992.
35. W. van Mulken, Inventaris van de archieven der gemeente Houthem, Maastricht,1974,18.
36. Gemeente-archief Houthem, 2809, 2810, 2811.
37. Gemeente-archief Valkenburg, nr. 1923.
38. Gemeente-archief Valkenburg, nr. 100.
39. Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal, jaarboek 2001, 98.
40. Gemeente-archief Houthem, nr. 2817.


Gepubliceerd in 't Sjtegelke, (2003) nr 20, p. 6-19


naar boven

© Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlachh

Geen menu? Klik hier!