Gevelstenen in
Houthem en Geulhem (14) : Vroenhof 86a en Vroenhof 88
John
Odekerken
Vroenhof
86a:
Bakstenen
woonhuis (voorheen boerderij) met houten seg-mentboog
vensters en zadeldak. Frontgevel met lange, smalle,
rechthoekige naar voren springende, pilasterachtige
versieringen (zgn. lisenen). Boven de vensters bevinden zich
doorlopende decoratieve richels. Langs de dakrand treffen we
een reliëfversiering aan in baksteen. Aan de oostgevel
bevinden zich steunbeerachtige pilasters in het achterste
gedeelte. De grote schuur is rond de poortopening afgewerkt
met siermetselwerk en een hardstenen sluitsteen. De families
G. Frissen-Frissen (Vroenhof 86a) en J. Frissen-Kuipers
(Vroenhof 86b) zijn de tegenwoordige bewoners.
Vroenhof 88:
Hoeve Houthemmerhof
19 G.F. - G.S. 40
Woning opgemetseld in 2 soorten baksteen met houten
rechthoekige T-vensters, houten rondboog deur en zadeldak.
Diepliggende ingangspartij met glas in lood bovenlicht.
Sier-metselwerk boven de ingangspartij en hardstenen
gevelsteen. Het huis werd in opdracht van Giel Frissen
en Guillaumine Souren in 1940 gebouwd
De woning is van belang vanwege de voorbeeldfunctie qua
toegepaste stijl in de periode 1850-1940 in deze plaats.
Tegenwoordige bewoner is dhr. Ch. Bouwens (Vroenhof 88).
Op de erachter gelegen eigenlijke oude Houthemmerhof wonen
tegenwoordig de fam. W.T. Fulmer-Bouwens (Vroen-hof 88b) en
J. Arntz-Seymonsbergen (Vroenhof 88a).
Het gaat te
ver om in het kader van bovenstaande gevel-stenen alle
eigenaren c.q. halfwinnen en pachters van de Houthemmerhof
sinds de 15e eeuw in dit artikel te gaan op-sommen. Vandaar
dat ik mij beperk tot de laatste periode vanaf eind 19e eeuw
tot heden.
De Houthemmerhof was gelegen ten noorden van de “Landstraat”
te Vroenhof. Er was waarschijnlijk geen verband tussen deze
hoeve en de oude Vroenhof. Naast de Houthem-merhof lag de
Berber- of Barbarasteeg (nu verdwenen) aan-sluitend aan de
Meerssenerweg en de Stevensweg. De steeg opgaand stond
omstreeks 1600 een eik, waaromheen diverse woningen en een
hofstede lagen. Het betreft daar dus een zeer oud stukje
Houthems grondgebied.
Schilderij
van de toegangspoort van de Houthemmerhof, waarschijnlijk
rond 1860 door W.A. Nacken geschilderd. Boven de poort is
nog heel even iets te zien van een sluitsteen met een
sterachtige bloem er op, waarboven een gevelsteen met de
vermoedelijke datum 1572.
De poortdeuren scharnierden op een in de grond zittende
blauwe steen, waarvan de linker nog steeds zichtbaar is vlak
naast het huis van dhr. Bouwens.
De eeuwenoude Houthemmerhof was in verval geraakt en uit een
opgesteld rapport bleek dat het een en ander nodig
ver-nieuwd moest worden aan het huis in vakwerkbouw en met
stro bedekte daken: “De schuur is geheel ontreponeert. De
hoofdgevel geheel met een buijk en al de houten gebarsten.
De 2e en 3e balk met rij houte bogen gebroken. De suijd muur
geheel met de boog uitgeperst. De hele schuur buiten lood.
De stallen aan de westseijde geheel ontreponeert, zoo door
het bersten der houten als uitpersen der muren, waardoor
dezelve in gevaar zijn van instorten. Aan de straat de
mueren van het huis ter hoogte van 10 voet, moet
noodzakelijk vernieuwd worden. De beide schoorstenen van het
huis af te breken, wegens brandgevaar. De put zoover als
buiten de grond te repareren.“
De kosten van de vernieuwing bedroegen ƒ 4.500,- . De nieuwe
eigenaar A. Bemelmans, advocaat in Maastricht, kocht de hof
voor ƒ 45.000,- . De nieuwe pachter was Ferdi-nand Kleuters,
geboren in 1790 te Bunde.
Hij huwde in 1824 met M.A. Indemans, geboren in 1797 te Ohé
en Laak. Willem Kleuters (1839-1899), zoon van Kleuters op
de Houthemmerhof huwde in 1874 met Maria Christine Geuskens
(1836-1887); hij hertrouwde in 1889 met Philomena Crolla
(1847-1912).
M.b.t. de hierboven vermelde put op de binnenplaats van de
Houthemmerhof valt nog e.e.a. te vermelden. Volgens de nog
in leven zijnde mw. Mullers-Duchateau (geboren: 12 juli
1912) zou op haar 8e levensjaar, dus in 1920, de oude vrouw
Frissen daar in de put verdronken zijn. Na veel zoekwerk
bleek inderdaad dat op 19 maart 1920 een zekere Anna Maria
Martens (naaister van beroep), getrouwd met Johannes
Jozephus (Jozeph) Frissen, in Houthem is overleden. De vraag
is nu of deze overledene de bedoelde “oude vrouw Frissen” is
geweest. De naam van haar vader, Jan Martens, zou echter wel
de initialen JM in de gevelsteen uit 1894
kunnen verklaren. Dat zou dan wel betekenen dat de familie
Martens al in 1894 én 1920 op de boerderij gewoond moet
hebben. Hieromtrent heb ik echter niets kunnen vinden.
|
|
Vanaf 1900 werd
de hof verpacht aan Jan E.H. Borghans in huwelijk met Maria
Erkens uit Voerendaal. Volgens het bevolkingsregister van
Houthem kwam de familie Borghans-Erkens op 15 maart 1900
vanuit Voerendaal als landbouwer naar Houthem. Zij kregen
drie kinderen, welke op hun beurt in Houthem huwden en
kinderen kregen. Hun nazaten waren zeker tot en met 1926 in
Houthem woon-achtig. Dhr. Jan Borghans stelde aan de in 1909
in Hout-hem opgerichte voetbalclub, het eerste speelveld ter
beschikking in het Houthemmerbroek te Vroenhof. Op 15 maart
1918 werd het gezin weer uitgeschreven naar Voerendaal, dus
exact na 3 pachttermijnen van 6 jaar.
Dhr. Joh.H. Frissen uit Itteren had de hof al op 21 februari
1917 gekocht maar verbouwde deze eerst in 1923 (dus 1
pachttermijn van 6 jaar later).
Het bovengenoemde echtpaar Frissen-Martens moet daarom, ten
tijde van de verdrinking van Anna Maria in 1920, inwonend
zijn geweest bij de familie Frissen-Vaessen, wat vervolgens
inhoudt dat er een bepaalde familierelatie tussen beide
Frissen-echtparen zou moeten bestaan. Welke, is nog
onduidelijk. Deze veronderstelling volgend, is het dan ook
niet geheel toevallig dat, na het overlijden van Joseph
Frissen (de echtgenoot van de mogelijke in de put verdronken
Anna Maria Martens) op 21 augustus 1923, dhr. Joh.H. Frissen
de gelegenheid kreeg om e.e.a. te gaan verbouwen. Joh.H.
Frissen overleed echter al in 1925, waarna zijn echtgenote
Anne Maria Vaessen met haar dochter en 6 zonen de boerderij
overnamen. Zij overleed op dezelfde dag, van hetzelfde jaar,
als haar zus Guusta Vaessen: 26 april 1938.
Daarna werd de Houthemmerhof (groot 45 hectaren) verdeeld
tussen de zonen Giel en George. De anderen kregen hun deel
in de vorm van grond en/of geld. Giel kon zodoende in
1940 het huis Vroenhof 88 op zijn erfdeel bouwen,
waarbij de achterliggende stallen nog als zodanig dienst
bleven doen. Na het overlijden van Giels echtgenote in 1957
verkocht hij het huis en stallen rond 1960 aan een zekere
uit Brabant afkomstige heer van Empel. Na een goed halfjaar
verkocht deze het weer aan de aannemer Charles Bouwens,
welke in de verbouwde achterliggende stallen later jarenlang
een hotel heeft bedreven. Nadien werd het eigenlijke
noordelijke middenschip van de Houthemmerhof omgebouwd tot
twee appartementen.
George was in 1930 gehuwd met Maria Catharina Andrea Vaessen
(geen familie van Anne Maria Vaessen) en woonde al die tijd
in “ ’t Meerssenerbrook”, waar diverse van hun kinderen
werden geboren. Na de erfdeling verhuisden zij in 1940 naar
het boerderijgedeelte te Vroenhof. In 1954 startte zoon Jan
Frissen naast hun woonhuis, in een uit metalen golfplaten
bestaande loods (zie foto), met het repareren en onderhouden
van landbouwmachines. Vlak daarnaast startte George zelf in
1955 een Caltex tankstation.
Op de foto staat een Veldmeester tractor afgebeeld, welk
merk vanaf november 1954 als eerste door Jan Frissen
verkocht werd. Op de tractor zitten Gerda en Giel Frissen
(zomer 1959).
In 1958 huwde Jan Frissen met Maria Kuijpers uit Schimmert.
De stallen aan de westzijde van de Houthemmerhof werden
afgebroken en hun woonhuis kwam er voor in de plaats. Van
hieruit werd het bedrijf steeds verder naar achteren
uitgebreid. Na het overlijden in 1973 van zijn vader George
Frissen, kocht Jan de aan de oostzijde de grote
boerderijschuur en achter-liggende stallen. In 1974 kocht
hij aan de westzijde van de Houthemmerhof het café “De
Driekoningen” van de familie Leukel-Lamerichs, waarna het
café werd afgebroken en de vrijkomende grond bij het bedrijf
werd getrokken. Na het overlijden in 1978 van zijn moeder
Maria Catharina Andrea Vaessen, werd in 1979 uiteindelijk
het oude boerderij-woonhuis ook aan zijn eigendom toegevoegd
en werd een grote loods aan de westzijde opgezet voor het
bedrijf.
In 1982 droeg Jan het roer over aan zijn oudste zoon en
huidige directeur George Frissen jr. Ook zoon Luc is in het
bedrijf actief evenals dochter Chantal en kleinzoon Mark.
Sinds 1960 is het bedrijf verdeeld in een oostelijk en
westelijk van de Houthemmerhof gelegen bedrijfsgedeelte. In
al die tijd is het niet mogelijk geweest om een aansluiting
tussen beide delen te bewerkstelligen.
Jubileum
Het is op 10 november 2004 precies 50 jaar geleden dat het
“Mechanisatiebedrijf Frissen” werd opgericht. Het bedrijf is
sinds 1-1-2003 verdeeld in Frissen Groen Techniek BV
(voorheen Mechanisatie BV en Tuin & Park BV) en Frissen
Intern Transport BV, welk laatste bedrijf in 1999 verhuisde
naar bedrijventerrein De Valkenberg te Valkenburg/Broekhem.
Momenteel wordt gewerkt aan een plan om twintig
zorg-woningen op de plaats van Frissen Mechanisatie BV te
Houthem te realiseren. De woningen zijn bedoeld voor ouderen
die zo nodig hulp en verzorging kunnen krijgen van het
tegenover gelegen Zorgcentrum Vroenhof. Als alles lukt,
verhuizen de twee bedrijven samen onder de naam Frissen
Groen techniek BV ook naar bedrijventerrein De Valkenberg.
Het dorp Houthem zal echter ook voor de vijfde generatie
Frissen steeds de bakermat blijven van dit pur sang
familiebedrijf.
Bronnen:
-
Monumenten Inventarisatie Project Limburg (1850-1940),
Valkenburg 1988
- Philippens H.J.J., Houthems Verleden,
Eygelshoven 1983, pag. 263-265
- Philippens H.J.J. , Echo’s uit Houthems
Verleden, Eygelshoven 1992, pag. 18, 120, 135-136
- Mechanisatiebedrijf Frissen (zie website
www.frissen.nl)
- Zilveren jubileum, in: Land van Valkenburg,
7-3-1980
- 45-jarig bestaansfeest, in: Heuvelland
Aktueel, 16-11-1999
- Bidprentjesverzameling Heemkundevereniging
Houthem-St. Gerlach (zie website www.houthem.info)
- Zorgcentrum Vroenhof, mw. Mullers-Duchateau
(aug. 2004)
- Familiearchief Frissen (mw. G.
Pinckers-Frissen / mw. M. J. Frissen-Corten)
|